Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: voedselrelaties
Slide 1 - Diapositive
Organisme dat met behulp van zonlicht energierijke stoffen kan aanmaken uit energiearme stoffen.
A
producent
B
consument
C
reducent
D
detrivoor
Slide 2 - Quiz
Organisme dat zich voedt met andere organismen om te overleven.
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Detrivoor
Slide 3 - Quiz
Organisme dat dood organisch materiaal afbreekt en omzet in mineralen.
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Detrivoor
Slide 4 - Quiz
Organisme dat zich voedt met plantaardige en dierlijke resten.
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Detrivoor
Slide 5 - Quiz
Aaneenschakeling van wie eet wie
A
Voedselkringloop
B
Voedselketen
Slide 6 - Quiz
Aaneenschakeling van wie eet wie, rekening houdend met de omzetting in mineralen
A
Voedselkringloop
B
Voedselketen
Slide 7 - Quiz
pg 19
2 - 3 - 1- 5 - 6 - 4
Slide 8 - Diapositive
Welk proces zet met behulp van zonlicht energiearme stoffen om in energierijke stoffen?
Slide 9 - Question ouverte
Pagina 19
- Noteer twee voorbeelden van een reducent. - Noteer drie voorbeelden van een detrivoor.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Consument
Producent
detrivoor
Mineralen
Reducent
Slide 12 - Diapositive
Wat gebeurt er als één groep in de voedselkringloop wegvalt?
Slide 13 - Question ouverte
De kringloop valt stil ( en daarmee ook al het leven op aarde...)
Slide 14 - Diapositive
Waarom moet een landbouwer elk jaar zijn gronden bemesten, terwijl dat in een bos niet nodig is?
Slide 15 - Diapositive
Waarom moet een landbouwer elk jaar zijn gronden bemesten, terwijl dat in een bos niet nodig is?
In een bos worden mineralen gevormd door de omzetting van dood organisch materiaal (door reducenten). Bij landbouwgrond is daarvoor geen tijd: het volgende jaar moeten de gewassen weer maximaal groeien.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Wie eet van de eik?
A
Tuinslak
B
Koolwitje
C
Bladluizen
D
Rode Bosmier
Slide 18 - Quiz
Rottende bladeren worden gegeten door...
A
Tuinslak
B
Rode bosmier
C
Bladluizen
D
Regenworm
Slide 19 - Quiz
Witte kool wordt gegeten door...
A
Tuinslak
B
Koolwitje
C
Bladluizen
D
Rode bosmier
Slide 20 - Quiz
Tuinslak wordt gegeten door...
A
veldmuis
B
groene specht
C
pimpelmees
D
zanglijster
Slide 21 - Quiz
Koolwitje wordt gegeten door...
A
groene specht
B
pimpelmees
C
zanglijster
D
groene kikker
Slide 22 - Quiz
Bladluizen worden gegeten door...
A
Veldmuis
B
Groene specht
C
Pimpelmees
D
Groene kikker
Slide 23 - Quiz
Rode bosmier wordt gegeten door...
A
veldmuis
B
groene specht
C
pimpelmees
D
zanglijster
Slide 24 - Quiz
Regenworm wordt gegeten door...
A
veldmuis
B
pimpelmees
C
zanglijster
D
groene kikker
Slide 25 - Quiz
veldmuis wordt gegeten door...
A
boommarter
B
bosuil
C
vos
D
havik
Slide 26 - Quiz
Groene specht wordt gegeten door..
A
Boommarter
B
bosuil
C
vos
D
havik
Slide 27 - Quiz
Pimpelmees wordt gegeten door...
A
Boommarter
B
Bosuil
C
Vos
D
Havik
Slide 28 - Quiz
Zanglijster wordt gegeten door...
A
boommarter
B
bosuil
C
vos
D
havik
Slide 29 - Quiz
Groene kikker wordt gegeten door...
A
boommarter
B
bosuil
C
vos
D
havik
Slide 30 - Quiz
Bosuil wordt gegeten door ...
Slide 31 - Question ouverte
Opdracht
Neem drie kleuren en duid drie voedselketens aan uit minstens vier schakels. Zorg ervoor dat je telkens andere organismen neemt.