B6: Dieren

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

B6: dieren

Th3: Ordenen

Doelstelling

• Je moet het dierenrijk indelen in 7 stammen
• Van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen

Wat voor gemeenschappelijke eigenschap(pen) hebben alle dieren?

Wat voor verschillende eigenschappen kunnen dieren hebben?

7 stammen

Sponzen

Neteldieren

Ringwormen

Weekdieren

Geleedpotigen

Stekelhuidigen

Gewervelden

Opdracht: Presenteren

• Maak per 2-tal een presentatie over 1 stam
• Zorg er voor dat van elke stam de kenmerken en voorbeelden genoemd worden
• Leg de kenmerken ook uit
• Uiteraard met plaatjes

Eencellige dieren

- Niet symmetrisch

- geen skelet

- 1 cel

leven altijd in het water

Sponzen

• niet-symmetrisch
• skelet van hoornvezels tussen de cellen
• leven op de bodem van de zee
• Vb: Gele buisspons, rode vingerspons, purperen buisspons

Neteldieren

• veelzijdig symmetrisch
• meestal geen skelet
• leven in het water
• vangen hun prooi met tentakels
  
• Vb: kwal, zeeanemoon

Ringwormen

• tweezijdig symmetrisch
• geen skelet
• lichaam is lang en dun
  
• bestaat uit segmenten
• Vb: Bloedzuiger, regenworm

Weekdieren

• tweezijdig symmetrisch
• meestal een schelp of huisje als skelet
  
• Vb: Inktvis, mossel, zeenaaktslag

geleedpotigen

• tweezijdig symmetrisch
• skelet is een pantser (uitwendig skelet)
• Vb: Duizendpoot, krab, spin, vlieg

Stekelhuidigen

• veelzijdig zymmetrisch
• inwendig skelet van kalk
• huid is bedekt met stekels of knobbels
• leven op de bodem van de zee
  
• Vb: zee-egel, zeester,  zeekomkommer

Gewervelden

• tweezijdig symmetrisch
• inwendig skelet met een wervelkolom
  
• Vb: snoek, kikker, adder, merel, das

En dan nu....

Maken B6

Opdracht 19, 20, 21, 22, 23, 24, 

Huiswerk

- Afmaken B6

- Leren B2 en B3