Burgerschapsonderwijs: Jouw rol in de maatschappij

Burgerschapsonderwijs: Jouw rol in de maatschappij

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat burgerschapsonderwijs is en waarom het belangrijk is.

Wat weet je al over burgerschapsonderwijs?

Wat is burgerschapsonderwijs?

Burgerschapsonderwijs gaat over het leren van de vaardigheden, kennis en houding die je nodig hebt om actief deel te nemen aan de maatschappij.

Waarom is burgerschapsonderwijs belangrijk?

Burgerschapsonderwijs helpt je om jezelf en anderen beter te begrijpen, verantwoordelijkheid te nemen en actief deel te nemen aan de samenleving.

Rechten en plichten

Als burger heb je rechten en plichten. Rechten zijn de vrijheden en voorzieningen waar je recht op hebt, terwijl plichten de verantwoordelijkheden zijn die je hebt als burger.

Democratie

Democratie is een manier van besturen waarbij de mensen invloed hebben op de besluitvorming. Het gaat om stemmen, debatteren en samenwerken.

Welke activiteiten horen bij democratie?

1. Stemmen, debatteren en samenwerken
2. Zingen, dansen en schilderen
3. Sporten, eten en slapen
4. Lezen, schrijven en rekenen

Wat is democratie?

1. Een religieus geloof
2. Een systeem waarbij één persoon alle beslissingen neemt
3. Een sportieve competitie
4. Een manier van besturen waarbij mensen invloed hebben op de besluitvorming

Diversiteit

Diversiteit betekent dat mensen verschillend zijn op basis van bijvoorbeeld hun achtergrond, cultuur, religie of seksualiteit. Het is belangrijk om respectvol met diversiteit om te gaan.

Actief burgerschap

Actief burgerschap betekent dat je betrokken bent bij de samenleving en actief bijdraagt aan het welzijn van anderen. Dit kan bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen of je stem te laten horen.

Burgerinitiatieven

Burgerinitiatieven zijn projecten of acties die door burgers worden opgezet om een positieve verandering in de samenleving te bewerkstelligen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het oprichten van een buurtmoestuin of het organiseren van een inzamelingsactie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.