Les 1: Wat is burgerschap?

Les 1: Wat is burgerschap?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 1: Wat is burgerschap?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

"Een goede burger volgt altijd de regels van de samenleving."
Eens
Oneens

Slide 3 - Sondage

Leerdoel
Studenten begrijpen het begrip ‘burgerschap’ en herkennen hoe dit een rol speelt in hun dagelijks leven en toekomstige beroep. 

Slide 4 - Diapositive

1️⃣ Verschil en gelijkwaardigheid
➡ Mensen verschillen van elkaar, maar hebben gelijke rechten en kansen nodig.
Voorbeelden:

- Vrijheid van meningsuiting versus grenzen aan discriminatie.
- Diversiteit op de werkvloer en de impact hiervan.

Slide 5 - Diapositive

2️⃣ Individu en groep
➡ De balans tussen persoonlijke keuzes en de invloed van sociale groepen.
Voorbeelden:

 - Social media en groepsdruk.
- Solidariteit bij maatschappelijke problemen, zoals mantelzorg.

Slide 6 - Diapositive

3️⃣ Maatschappijvisies en maatschappelijke vraagstukken

➡ Verschillende perspectieven op hoe de samenleving zou moeten functioneren.
Voorbeelden:

- Discussie over klimaatmaatregelen: overheidsingrijpen of individuele verantwoordelijkheid?
- Inkomensverdeling en sociale zekerheid.

Slide 7 - Diapositive

4️⃣ Macht en besluitvorming
➡ Hoe regels en wetten tot stand komen en hoe burgers hier invloed op kunnen uitoefenen.
Voorbeelden:

- Stemrecht en verkiezingen.
- Burgerinitiatieven zoals protestacties of petities.

Slide 8 - Diapositive

Een goede burger hoeft zich niet actief in te zetten voor de samenleving, zolang hij of zij anderen maar geen schade toebrengt.
Eens
Oneens

Slide 9 - Sondage

Alleen burgers die zich inzetten voor maatschappelijke problemen, zoals vrijwilligerswerk of demonstraties, zijn écht betrokken.
Eens
Oneens

Slide 10 - Sondage

Mindmap Opdracht
1. Maak een mindmap waarin je aangeeft wat burgerschap voor jou betekent.
Gebruik kernwoorden of korte zinnen, maar vermijd begrippen zoals ‘rechten’, ‘plicht’ of ‘democratie’.
2. Vergelijk jouw mindmap met die van een klasgenoot.
3. Schrijf op welke woorden of ideeën jouw klasgenoot had die jij nog niet had. Neem deze over en markeer ze duidelijk in jouw mindmap. 



Slide 11 - Diapositive

Voorbeelden uit jouw dagelijks leven
1. Noteer drie concrete situaties waarin jij actief of passief burgerschap uitoefent.

2. Voorbeelden van burgerschap voor 18-jarigen:
- Stemmen bij verkiezingen.
- Werken en belasting betalen.
- Vrijwilligerswerk doen of een familielid helpen met administratie.
3. Je houden aan verkeersregels of anderen helpen in het openbaar vervoer.
Meepraten over beslissingen op school of werk (bijvoorbeeld in een studentenraad of overleg).
Beschrijf waarom deze situaties bij burgerschap horen en welk effect jouw gedrag heeft. 






Slide 12 - Diapositive

Interview een medestudent
1. Interview een klasgenoot over hoe hij/zij burgerschap ervaart.

2. Stel minimaal drie vragen en schrijf een korte samenvatting. 

Slide 13 - Diapositive

(Huiswerk) Nieuwsartikel over burgerschap 
1. Zoek een actueel nieuwsartikel waarin burgerschap een rol speelt.

2. Neem dit artikel mee en zorg dat je hem volgende les kunt samenvatten in eigen woorden. 

Slide 14 - Diapositive