Voorbeelden uit jouw dagelijks leven
1. Noteer drie concrete situaties waarin jij actief of passief burgerschap uitoefent.
2. Voorbeelden van burgerschap voor 18-jarigen:
- Stemmen bij verkiezingen.
- Werken en belasting betalen.
- Vrijwilligerswerk doen of een familielid helpen met administratie.
3. Je houden aan verkeersregels of anderen helpen in het openbaar vervoer.
Meepraten over beslissingen op school of werk (bijvoorbeeld in een studentenraad of overleg).
Beschrijf waarom deze situaties bij burgerschap horen en welk effect jouw gedrag heeft.