Taalverzorging les 3 (phan3/v1a)


Taalverzorging
Les 3
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Taalverzorging
Les 3

Slide 1 - Diapositive

Programma
Planning tot nu toe
Hoofdletters
Aanhalingstekens
Apostrof en accenttekens
Trema, koppelteken en weglatingsstreepje
Dubbele punt en komma

Slide 2 - Diapositive

Planning tot nu toe
Werkblad 1 (meervoud en verkleinwoorden)
Werkblad 2 (aaneenschrijven van woorden)

Slide 3 - Diapositive

Hoofdletters
- Aan het begin van een zin

-  Aan het begin van een directe rede (citaat): Hij zei: ‘Ik ga vanavond naar de bioscoop.’

- Bij namen, plaatsen, rivieren, gebergten, bedrijven, instellingen, boeken, liedjes, films en feestdagen: Pasen, Albert Heijn, Oorlogswinter, Amerika


Slide 4 - Diapositive

Woorden die zijn afgeleid schrijf je NIET met een hoofdletter: paaseieren, kerstmarkt

De dagen krijgen geen hoofdletter

Opleidingen (mbo, hbo, havo) krijgen ook geen hoofdletter
 

Slide 5 - Diapositive

Vraagteken en uitroepteken
- Na een vraagzin
Geen vraagteken:
- Wanneer je zegt dat iemand iets vraag: Kees vraagt of je morgen ook naar zijn feest komt.
- Wanneer de vraag schreeuwend overkomt: Wat heb jij mij nog aangedaan! 

Slide 6 - Diapositive

Aanhalingstekens
Ankie zegt: ‘Dat is een goed idee.’

In een zin met een directe rede zet je na een dubbele punt dat wat letterlijk uitgesproken, geroepen, gefluisterd, gevraagd is tussen aanhalingstekens.

‘Nu ga ik naar huis,’ zei Dirk, ‘anders ben ik te laat’

Slide 7 - Diapositive

Apostrof en accenttekens
‘s Nachts/’s nachts, ‘s Middags/ ‘s middags


Accenten zijn tekens die helpen bij de uitspraak van geschreven woorden. Door het accent kun je zien waar de klemtoon ligt en hoe je het woord moet uitspreken.



Welkomscomité, Scène, Crêpepapier


Slide 8 - Diapositive

Diner (dit Franse woord is gangbaar geworden in Nederlands dus geen accentteken)
Controle (niet nodig voor de uitspraak dus geen accent)

Slide 9 - Diapositive

Trema
Je gebruikt een trema als het woord anders verkeerd uitgesproken wordt: Variëren, Vacuüm 
Bacteriën, knieën

Wanneer geen trema? Voor de uitgangen –eum, -eus en –ien
Museum
Elektricien

Slide 10 - Diapositive

Schrijf het meervoud op:
melodie

Slide 11 - Question ouverte

Geen trema
Bij de dubbele i
Glooiing

Tussen delen van samenstellingen
na-apen

Slide 12 - Diapositive

Koppelteken
- Bij klinkerbotsing: Radio-omroep, mee-eten

= Als de woorden van een samenstelling gelijkwaardig zijn: zwart-wit, hotel-restaurant

- Bij samenstellingen van woorden met een hoofdletter: on-Nederlands, anti-Frans

Slide 13 - Diapositive

- Bij een cijfer, letter of symbool: 12-jarige, tussen-s

- Bij een afkorting: Apk-keuring

- Tussen twee of meer woorden die een uitdrukking vormen: Kant-en-klaarmaaltijd, kat-en-muisspel

Slide 14 - Diapositive

Maak de samenstelling:
radio+omroep

Slide 15 - Question ouverte

Maak een samenstelling:
A4+papier

Slide 16 - Question ouverte

Weglatingsstreepje 
Als je in een samentrekking een deel van een woord weglaat, zet je op die plek een weglatingsstreepje

Invoer en uitvoer = in- en uitvoer
Winkelpand en winkelpersoneel = winkelpand en -personeel

Slide 17 - Diapositive

Dubbele punt
Voor een opsomming
Faith is al een veel verre landen geweest: Marokko, Turkije, Egypte, India en Peru.
Voor een uitleg
Let op: kinderen krijgen hier geen korting!
Voor de directe rede --> Harold zegt: ‘Kun jij me helpen met de voorbereiding van de teambespreking?’

Slide 18 - Diapositive

Komma
Als je een korte pauze hoort in een zin


Tussen de delen van een opsomming in een zin: Wil je koffie, thee of iets anders?


Tussen twee persoonsvormen: Als het goed is, komt Lindsey zo hierheen

Slide 19 - Diapositive

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken: Jeroen, kom je vanmiddag ook?



Slide 20 - Diapositive

De studenten, die geklaagd hebben, kregen een voldoende
De studenten die geklaagd hebben, kregen een voldoende


Schrijf een komma voor een voegwoord. Behalve bij het voegwoord ‘en’ en ‘of’.

Slide 21 - Diapositive

Mijn verlanglijstje voor sinterklaas is erg lang en er staat op sokken, een telefoonhoesje en een fotolijstje

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag
Wat?  Opdr. 1 t/m 7
Hoe? zelfstandig. Noteer het in een Word-document
Inleveren --> Zondag 6 december via Teams
Klaar?  Ga verder met het dervingbestrijdingsplan

Slide 23 - Diapositive