Les Communicatie

Communicatie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Communicatie

Slide 1 - Diapositive

Waar denken jullie aan bij het woord communicatie?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 5 - Question ouverte

Noem verschillende manieren van non-verbaal communiceren

Slide 6 - Question ouverte

In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger.
Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit.
Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?

Slide 7 - Question ouverte

Noem drie voorbeelden van verbale communicatie
A
Praten, fluisteren en schreeuwen
B
Praten, logboek en e-mail
C
Boos kijken, praten en logboek

Slide 8 - Quiz

Het overdragen van informatie gaat vaak via een medium. Kies uit de lijst de media die kunnen zorgen voor het overdragen van informatie.
A
Folder en krant
B
Televisie en gesprek
C
Whatsapp en e-mail
D
Gebarentaal

Slide 9 - Quiz

De arts hoort niet wat de verzorgende vraagt, omdat ze vlak bij een piepende monitor staat. Er is sprake van...
A
Een communicatie probleem
B
Externe ruis
C
Interne ruis
D
Een communicatie stoornis

Slide 10 - Quiz

Oefeningen 
Observeren 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Objectief en subjectief observeren
• Mevrouw Jansen ziet er erg onverzorgd uit.
• Agnes loopt continue op en neer, het lijkt erop alsof zij nerveus is.
• Mevrouw van Alphen is erg onzelfstandig. Ze kan nog niet eens haar broek optrekken!!
• Meneer Peters heeft een mooi pak aan.
• Meneer Peters draagt een blauwe broek en colbert en een gestreepte bloes.
• Meneer Vissers is een goed mens!
• Jan sloeg met zijn vuist op tafel.
• Mevrouw Emmen is agressief.
• Alle dementerenden eten slecht.


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Een regel in de communicatie is dat je ANNA meeneemt in een goed gesprek. Waar staat de afkorting ANNA voor?
A
Altijd Noemen, Nooit Aanwijzen
B
Altijd Navragen, Niet zomaar Aannemen
C
Altijd Nemen, Niet Afgeven
D
Altijd Nagaan, Niet Afgaan

Slide 17 - Quiz

Oefening 

Slide 18 - Diapositive