H1 Wat is maatschappijleer - kernbegrippen

Maatschappijleer
Klas 3 Havo/vwo les  
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maatschappijleer
Klas 3 Havo/vwo les  

Slide 1 - Diapositive

Werken met Lessonup


Log in met de cijfer code

Vul je voornaam in

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
Maatschappelijke vraagstukken

Slide 3 - Diapositive

Noem de 3 kenmerken van maatschappelijke vraagstukken

Slide 4 - Question ouverte

Maatschappijleer gaat over 
maatschappelijke vraagstukken

Kenmerken daarvan:

1. Gevolgen voor grote groepen mensen
2. Er spelen meerdere meningen
3. Gezamenlijke aanpak nodig (rol van de overheid!)
4. Komt vaak of is in de media te zien

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Leg het kernbegrip WAARDEN uit in je eigen woorden

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat is een norm?
A
Een wet
B
Een ongeschreven regel
C
Een regel die past bij een waarde
D
Het tegenovergestelde van een waarde

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Beschrijf in je eigen woorden wat de kernbegrippen BELANGEN, MACHT, SOCIALE ONGELIJKHEID en SOCIALE COHESIE
en
Geef bij elk kernbegrip een voorbeeld uit je eigen omgeving
- 2 tallen
- 10 minuten
- nabespreken in 4 tallen (5 min)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk

Slide 18 - Diapositive

Maken online
Afmaken 1,3 opdr 1 t/m 13
1.4 opdr 1 t/m 4
1.5 opdr 1 t/m 8

Slide 19 - Diapositive

Kernbegrippen
Machtsmiddelen
Sociale ongelijkheid
   Maatschappelijke kansen
   Inkomen
   Politieke macht
Sociale cohesie
   Verbondenheid binnen groep

Slide 20 - Diapositive

Belangentegenstellingen

Slide 21 - Diapositive

Belang: 
Het voordeel wat je ergens aan hebt. 

Belangentegenstellingen: 
Het belang van de één botst wel eens met het belang van de ander.

Dilemma:
een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben.

Slide 22 - Diapositive

Kernconcepten
van maatschappijleer

Slide 23 - Diapositive

kernbegrippen maatschappijleer
  • normen en waarden
  • macht
  • sociale cohesie
  • sociale ongelijkheid

Slide 24 - Diapositive

Waarden en normen
Waarden en Normen
  • Waarden: Principes die jij belangrijk vindt in je leven (gezegd in één woord en positief geformuleerd).
  • Normen: Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.



Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

WAARDEN/NORMEN

Slide 27 - Diapositive

Macht
Macht is volgens socioloog Max Weber het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in. Het onderscheidt zich van gezag doordat gezag gelegitimeerd is.

Slide 28 - Diapositive

Sociale cohesie
Mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen. Hoe groter het wij gevoel des te sterker de sociale cohesie. 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid verklaart de wijze waarop we samenleven
Sociale ongelijkheid veroorzaakt sociale problemen
Wat zijn de gevolgen van sociale ongelijkheid?
Hoe kun je dit oplossen?



Slide 31 - Diapositive

Oefenen

Slide 32 - Diapositive

Waar zie je een norm beschreven?
A
Liefde
B
Sociale cohesie
C
Je moet klaarstaan voor je vrienden
D
In de klas staan geen computers

Slide 33 - Quiz

Een dilemma is
A
Een manier om mensen voor je te winnen
B
Een positie van macht
C
Een moeilijke keuze met veel voor- en nadelen
D
Een debattechniek

Slide 34 - Quiz

Sociale cohesie is
A
De samenhang tussen mensen
B
De manier waarop mensen naar armoede kijken
C
De verschillen tussen groepen
D
De bevolkingsdichtheid in een stad

Slide 35 - Quiz

Wat is macht?

Slide 36 - Question ouverte

Als we een WK-voetbal finale winnen zie je juist..
A
Weinig sociale cohesie
B
veel sociale cohesie
C
een wij-groep tegen een zij-groep

Slide 37 - Quiz

In de stad is meer sprake van ____ dan op het platteland.
A
Loyaliteit
B
Sociale cohesie
C
Anonimiteit
D
Rolpatronen

Slide 38 - Quiz