Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
natuurkunde en scheikunde
Wat leer je bij natuurkunde en scheikunde
natuurverschijnsels
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Geef drie andere voorbeelden van natuurverschijnselen.
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Natuukunde en scheikunde gaan vaak over de levende natuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Je doet het licht aan als het donker wordt. Licht hoort bij natuurkunde.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.
Slide 8 - Quiz
Bij welk vak hoort het verschijnsel:
Geluid
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
Slide 9 - Quiz
Bij welk vak hoort het verschijnsel:
Een bloeiende bloem.
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
Slide 10 - Quiz
Bij welk vak hoort het verschijnsel:
Hoe hout groeit.
A
biologie
B
natuukunde
C
scheikunde
Slide 11 - Quiz
en nu zelf ontdekken
Slide 12 - Diapositive
Het verbranden van gas hoort bij het vak:
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
Slide 13 - Quiz
Een smid smeedt een hoefijzer van ijzer. Natuurkunde of scheikunde? Leg uit.
Slide 14 - Carte mentale
Een ei wordt hard in kokend water. Natuurkunde of scheikunde? Leg uit.
Slide 15 - Carte mentale
Een smid smeedt een hoefijzer van ijzer. Natuurkunde of scheikunde? Leg uit.
Slide 16 - Carte mentale
Een lamp brandt als er elektriciteit doorheen gaat. Natuurkunde of scheikunde? Leg uit.
Slide 17 - Carte mentale
Op een oud gebouw is een nieuw dak van koper gelegd. Enkele jaren later is het koper door invloed van regen en lucht groen geworden. Dit heet oxideren.
Slide 18 - Diapositive
Oxideren hoort bij natuurkunde / scheikunde, want het koper van het dak is wel / niet veranderd in een andere stof.
A
natuurkunde, wel
B
natuurkunde, niet
C
scheikunde, wel
D
scheikunde, niet
Slide 19 - Quiz
Ik kan beschrijven waar de vakken biologie en nask over gaan.
Slide 20 - Sondage
Ik kan beschrijven waar de vakken biologie en nask over gaan.
Slide 21 - Sondage
Ik kan het verschil benoemen tussen eens tof en een materiaal.
Slide 22 - Sondage
Ik kan met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.