LJ1 NASK HA - NOVA H1.1 Een nieuw vak - SKO

1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn natuurverschijnselen?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Geef drie andere voorbeelden van natuurverschijnselen.

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Als je een kaars aansteekt, verandert kaarsvet van vaste stof in een vloeistof.
Dit hoort bij .....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 7 - Quiz

Je doet het licht aan als het donker wordt.
Licht hoort bij nask.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Sommige vogels overwinteren in Nederland, terwijl andere vogels in de herst naar warmere landen vliegen.
Dit hoort bij .....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 9 - Quiz

Een stof verandert in een andere stof.
Dit hoort bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 10 - Quiz

Röntgenstraling
Wilhelm Conrad Röntgen

Slide 11 - Diapositive

3a. Röntgenstraling wordt grotendeels tegengehouden door de .... in je lichaam.
A
botten
B
spieren

Slide 12 - Quiz

3b. Als er röntgenstraling op je hand valt, ontstaat er achter je hand een soort schaduwbeeld.
- Achter de botten / spieren is veel schaduw.
- Achter de botten / spieren is weinig schaduw.
A
botten, botten
B
botten, spieren
C
spieren, spieren
D
spieren, botten

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hout is een materiaal.
Leg uit of hout ook een stof is.

Slide 16 - Carte mentale

Leg uit waarom water geen materiaal is.

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Een stof verandert van toestand.
Dat hoort bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 24 - Quiz

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 25 - Quiz

Bij welk vak hoort het verschijnsel:

Geluid
A
biologie
B
nask

Slide 26 - Quiz

Bij welk vak hoort het verschijnsel:

Een bloeiende bloem.
A
biologie
B
nask

Slide 27 - Quiz

Bij welk vak hoort het verschijnsel:

Hoe hout groeit.
A
biologie
B
nask

Slide 28 - Quiz

Bij welk vak hoort het verschijnsel:

Dat hout blijft drijven in water.
A
biologie
B
nask

Slide 29 - Quiz

Gaan de verschijnselen over de levende of de niet-levende natuur?
Muziek komt uit een luidspreker.
A
levende natuur.
B
niet-levende natuur.

Slide 30 - Quiz

Gaan de verschijnselen over de levende of de niet-levende natuur?
In de verte fluit een vogel.
A
levende natuur.
B
niet-levende natuur.

Slide 31 - Quiz

Gaan de verschijnselen over de levende of de niet-levende natuur?
De zon schijnt iedere dag.
A
levende natuur.
B
niet-levende natuur.

Slide 32 - Quiz

Gaan de verschijnselen over de levende of de niet-levende natuur?

Tijdens een regenbui ontstaat een regenboog.
A
levende natuur.
B
niet-levende natuur.

Slide 33 - Quiz

Gaan de verschijnselen over de levende of de niet-levende natuur?

Carla ziet een regenboog.
A
levende natuur.
B
niet-levende natuur.

Slide 34 - Quiz

Noem 3 producten.

Slide 35 - Carte mentale

Noem 3 stoffen.

Slide 36 - Carte mentale

Zelfstandig werken
Zelf opgeven.
timer
8:00

Slide 37 - Diapositive

Je verbrandt aardgas.

Slide 38 - Diapositive

Het gas verandert dan niet in andere stoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Het verbranden van gas hoort bij het vak:
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 40 - Quiz

Natuurkunde of scheikunde?

Slide 41 - Diapositive

Een smid smeedt een hoefijzer van ijzer.
Natuurkunde of scheikunde?
Leg uit.

Slide 42 - Carte mentale

Een ei wordt hard in kokend water.
Natuurkunde of scheikunde?
Leg uit.

Slide 43 - Carte mentale

Een smid smeedt een hoefijzer van ijzer.
Natuurkunde of scheikunde?
Leg uit.

Slide 44 - Carte mentale

Een lamp brandt als er elektriciteit doorheen gaat.
Natuurkunde of scheikunde?
Leg uit.

Slide 45 - Carte mentale

Op een oud gebouw is een nieuw dak van koper gelegd. Enkele jaren later is het koper door invloed van regen en lucht groen geworden. Dit heet oxideren.

Slide 46 - Diapositive

Oxideren hoort bij natuurkunde / scheikunde, want het koper van het dak is wel / niet veranderd in een andere stof.
A
natuurkunde, wel
B
natuurkunde, niet
C
scheikunde, wel
D
scheikunde, niet

Slide 47 - Quiz

Huiswerk
Week 35: 30-8 t/m 5-9
In de les: maken vraag 5 t/m 11.
Huiswerk voor ....... (zelf invullen)
Maken in je schrift: Test jezelf.

Slide 48 - Diapositive

Ik kan beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
0100

Slide 49 - Sondage

Ik kan met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
0100

Slide 50 - Sondage

Ik kan uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.
0100

Slide 51 - Sondage