Straalvormig lichaam gespannen -> lensbandjes los -> lens bol -> dichtbij zien
Slide 12 - Diapositive
Lens - scherpstellen
Veraf: platte lens
Dichtbij: bolle lens
Slide 13 - Diapositive
Pupilreflex
De iris regelt de
hoeveelheid licht die
het oog binnen valt
door de grootte van de
pupil aan te passen.
Weinig licht -> Radiale
spieren trekken samen
-> grote opening
Veel licht -> circulaire spieren trekken samen -> kleine opening.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Welke onderdelen van het oog spelen een rol bij de pupilreflex?
Slide 16 - Question ouverte
Welke begrippen horen op de plek van nummer 1 t/m 7? vul in: Een lichtstraal komt het oog binnen via de onderdelen 1, 2, 3, en 4 en valt tenslotte op 5, waar de lichtprikkel wordt omgezet in een impuls in de sensorische zenuw (oogzenuw) naar 6, die een impuls terugstuurt via de motorische zenuw naar 7 in de iris en de pupil verkleint.
Slide 17 - Question ouverte
Vaatvlies:
Vlies om het oog met
bloedvaten.
Bloedvaten komen binnen
op dezelfde plek als de oog-
zenuw.
Slide 18 - Diapositive
Netvlies:
Plaats waar de lichtgevoelige
zintuigcellen zitten, aan de achterkant van je oogbol.
Slide 19 - Diapositive
Netvlies:
Lichtgevoelige cellen bevatten pigment. Licht breekt het pigment af en zorgt voor een impuls in een zenuwcel.
De uitlopers van die zenuwcellen verlaten het oog via de oogzenuw.
Slide 20 - Diapositive
Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
Kegeltjes: zien kleur, zijn niet erg lichtgevoelig (hoge drempelwaarde) dus ze werken niet bij weinig licht.
Liggen vooral in de gele vlek.
Slide 21 - Diapositive
Gele vlek:
Op het netvlies precies
achter de iris zit de gele
vlek.
De gele vlek bevat de
meeste lichtgevoelige
zintuigcellen: kegeltjes.
Door de grote dichtheid kun je met dit deel van het netvlies heel scherp zien.
Slide 22 - Diapositive
Blinde vlek:
Op de plek waar de oogzenuw en de
bloedvaten het oog
binnenkomen zitten
geen zintuigcellen. Hier
kun je dus geen licht
opvangen.
Slide 23 - Diapositive
Blinde vlek:
Doordat de blinde vlek
voor beide ogen op een
andere plek van het
gezichtsveld zit zie je
toch alles.
Slide 24 - Diapositive
Netvlies: gele vlek en blinde vlek
Slide 25 - Diapositive
Intro: rode ogenfoto’s Maak je een leuke foto, staat je vriend of vriendin er met rode ogen op. Natuurlijk kan je gaan fotoshoppen of een filtertje eroverheen gooien, maar ja… heb je dat ervoor over? Bij veel fototoestellen zit er een anti-rode ogen stand op: De camera maakt eerst een voorflitsje en daarna pas de echte flits.
1. Hoe ontstaan rode ogen op een foto? (Tip: Welk deel van het oog is rood?) Geen idee? Kijk dan naar het volgende filmpje: https://www.schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-rode-ogen-op-een-foto-door-een-overdosis-flitslicht/#autoplay
Slide 26 - Question ouverte
Vraag iemand om eerst zijn ogen dicht te houden en daarna zijn ogen open te doen. Wat gebeurt er met de pupilgrootte?
Slide 27 - Question ouverte
Teken een zijaanzicht van een lens die ver weg kijkt. Geef de stand van de lensbandjes, het straalvormig lichaam en de lens aan.
Slide 28 - Question ouverte
Teken een zijaanzicht van een lens die dichtbij kijkt. Geef de stand van de lensbandjes, het straalvormig lichaam en de lens aan.
Slide 29 - Question ouverte
Neem de tabel over in en vul in.
Dichtbij Neem de tabel over en vul in. Maak en foto en lever die hier in, plaatst deze ook in je portfolio.
Slide 30 - Question ouverte
In de praktijk worden de spieren van de pupilreflex en de accommodatiespieren vaak door elkaar gehaald. Wat zijn de verschillen?