Nederlandse les 21-5-2020

Welkom
WELKOM
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
WELKOM

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- Nieuwsbegrip
- Spelling
- Lezen
- Spelletje (galgje?)

Slide 2 - Diapositive

Eerst kijken we het filmpje! 
Let goed op: je krijgt vragen hierover!

Slide 3 - Diapositive

Hoe heet de spin die werd gevonden nu?
A
Peer
B
Bakje
C
Spin
D
Druif

Slide 4 - Quiz

Waar kunnen druiven uit de supermarkt vandaan komen?
Let op: meer antwoorden zijn goed!
A
Chili
B
Zuid-Afrika
C
Italie
D
Griekenland

Slide 5 - Quiz

Wat is er gebeurd met de spin die in 2009 in Tilburg was gevonden?
A
Die is dood
B
Die heeft iemand nu in een potje
C
Die is naar een dierentuin gegaan
D
Die is gevoerd aan een vogel

Slide 6 - Quiz

Waarom is de kans klein dat een spin levend aankomt?

Slide 7 - Question ouverte

En nu:
Lezen we de tekst!

Slide 8 - Diapositive

Na het lezen:
Je maakt een mindmap (eigenlijk een spinmap) van de tekst. 

1. Je tekent een rondje in het midden van een leeg blaadje
2. Je schrijft het onderwerp van de tekst op 
3. Om het rondje heen teken je 8 poten (net als een spin!)
4. Aan deze poten schrijf je de belangrijkste woorden of zinnen op

Slide 9 - Diapositive

Lever hier de spinmap in

Slide 10 - Question ouverte

In welke plaats is de vogelspin ontdekt?
A
Nijmegen
B
Arnhem
C
Chili
D
Groningen

Slide 11 - Quiz

Hoe worden de druiven geplukt?
A
Met machines
B
Met de hand
C
Door kinderen
D
Ze hoeven niet geplukt te worden

Slide 12 - Quiz

Hoe werden de druiven naar Nederland vervoerd?
A
Druiven groeien in Nederland
B
Met het vliegtuig
C
Met vrachtauto's
D
Met het schip

Slide 13 - Quiz

Wat is er zo bijzonder aan de woestijn?
A
Overdag heel koud, 's nachts heel warm
B
Overdag heel warm, 's nachts heel warm
C
Overdag heel koud, 's nachts heel koud
D
Overdag heel warm, 's nachts heel koud

Slide 14 - Quiz

Welke zin over de vogelspin klopt niet?
A
De spin had zich tussen de druiven verstopt
B
De vogelspin is op het schip tussen de druiven gaan zitten.
C
Hij is tijdens de controle niet gezien
D
Hij is misschien snel in het bakje gekropen

Slide 15 - Quiz

Waar woont de spin nu?
A
De dierenbescherming heeft hem opgehaald.
B
Bij de buurman met kennis van spinnen
C
Bij de buurman zonder kennis van spinnen
D
Hij is dood gemaakt

Slide 16 - Quiz

Waarom heeft Bart de vogelspin weg gegeven?
A
De dierenbescherming wilde dat hij de vogelspin weg zou geven.
B
Hij mocht de vogelspin van zijn vrouw niet houden.
C
Hij wist niet wat hij er mee moest doen
D
Hij is gebeten door de vogelspin.

Slide 17 - Quiz

Wat betekent uitzonderlijk?
A
Komt bijna nooit voor
B
Komt heel vaak voor
C
Komt niet voor
D
Komt nooit voor

Slide 18 - Quiz

In welk continent ligt Chili?
A
Denemarken
B
Zuid-Europa
C
Zuid-Afrika
D
Zuid-Amerika

Slide 19 - Quiz

Hoe kan de spin in het bakje druiven terecht zijn gekomen? Zet een kruisje voor de goede antwoorden.
A
De spin is na de controle in het bakje gekropen
B
De spin is tijdens de reis in het bakje gekropen
C
Iemand zag de spin bij de controle, maar vertelde dat niet
D
Niemand heeft de spin bij de controle gezien

Slide 20 - Quiz

Lees regel 16. Daar staat het woord 'het'.
Waarnaar verwijst 'het'?

Slide 21 - Question ouverte

Lees regel 31.
Waar verwijst het woord 'er' naar?

Slide 22 - Question ouverte

Lees regel 36:
Wat wordt bedoeld met 'die'?

Slide 23 - Question ouverte

Maak een stripverhaal van de reis van de spin. Gebruik hierbij de tekst. Schrijf ook tekst bij de tekeningen.

Slide 24 - Question ouverte

Huiswerk:
1. Spin Druif woont in Chili tussen de druiven
2. De spin komt in een bakje druiven
3. De spin gaat op een schip naar Nederland
4. De spin komt in de supermarkt
5. De spin komt in het huis van Bart en wordt ontdekt
6. De spin leeft nog lang en gelukkig bij de buurman in een terrarium 

Slide 25 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer...

Slide 26 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer...

Slide 27 - Diapositive

woorden met -ou

Slide 28 - Carte mentale

woorden met -au

Slide 29 - Carte mentale

Je mag elkaar niet d....

Slide 30 - Question ouverte




Dit is een...

Slide 31 - Question ouverte


Dit is een m....

Slide 32 - Question ouverte


Een vis ademt 
door zijn k......

Slide 33 - Question ouverte


De berg is st...

Slide 34 - Question ouverte

In de krant lees ik het n.....

Slide 35 - Question ouverte

Dit is een ..

Slide 36 - Question ouverte

Ik heb peper en ....

Slide 37 - Question ouverte

Dit is een ....

Slide 38 - Question ouverte

Hoe schrijf je dit dier ook alweer?

Slide 39 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 40 - Carte mentale