Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Laagland
Dit is een gebied met weinig reliëf (max. 200m hoog).
Grote delen van Nederland zijn laagland.
Slide 5 - Diapositive
Heuvelland
Een gebied met heuvels van 200 tot 500m, wordt heuvelland genoemd. Zuid-Limburg is hier een bijvoorbeeld van.
Slide 6 - Diapositive
Middelgebergten
In gebieden met veel reliëf zijn de hoogteverschillen groter dan 500m. Er zijn middelgebergten, zoals de Eifel, met bergen tussen 500 tot 1.500 m hoog.
Slide 7 - Diapositive
Hooggebergten
Er zijn ook hooggebergten, zoals de Alpen, met toppen van meer dan 1.500 m.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Loefzijde
Kenmerk:
- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen.
Hierdoor gaat het hier veel regenen.
Lijzijde / regenschaduw
Kenmerken:
- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.
- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.
- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.