paragraaf 6.2: Reliëf als klimaatfactor

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Kennen
Aan het eind van de les weet je:
- welke vormen reliëf Europa heeft
- hoe gebergten als klimaatscheiding 
  werken 
- het verband tussen reliëf en 
  temperatuur 
- het verband tussen reliëf en neerslag
 

Slide 2 - Diapositive

Begrippen
  • Reliëf
  • laagland
  • Heuvelland
  • Hooggebergte
  • Stuwingsregen
  • Loefzijde
  • Lijzijde

Slide 3 - Diapositive

Reliëf?

Slide 4 - Carte mentale

Reliëf = hoogteverschil
4 vormen van relië van hoog naar laag:

1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Sleep de begrippen naar de juiste omschrijving 
Beschrijvingen
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m
Gebied met een hoogteligging lager dan 200 m.
Hoogteverschillen in het landschap.
Reliëf 
Laagland
Hooggebergte 

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Hoogtegordels 
  • Indeling in vegetatiezones van hoog naar laag.
  • Loofboomgordel 
  • Naaldboomgordel
  • Boomgrens 
  • Alpenweiden 
  • Rotsgordel

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

heel veel reliëf
veel reliëf
weinig tot geen reliëf

Slide 15 - Question de remorquage

Zet de foto's bij de juiste reliëfvorm
Laagland
Heuvelland
Middelgebergte
Hooggebergte

Slide 16 - Question de remorquage

Aan de loefzijde heb je te maken met dalende lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Aan de loefzijde is ?
A
Regenschaduw
B
Stuwingsregen

Slide 18 - Quiz

Wat is de loefzijde van een berg?
A
De droge kant van de berg
B
De natte kant van de berg

Slide 19 - Quiz

de loefzijde....
WAT IS NIET JUIST?
A
daar valt veel neerslag
B
daar stijgt de lucht
C
daar daalt de lucht

Slide 20 - Quiz

Maak in Edition
paragraaf 6.2 opdracht 1, 4 t/m 7 en 10

Slide 21 - Diapositive