herhaling T2

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud
1. Voortplantingsstelsel van de man
2. Voortplantingsstelsel van de vrouw
3. Veranderingen in de puberteit
4. Bevruchting en zwangerschap
5. Geboorte
6. Voorbehoedsmiddelen
7. SOA's

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning van de les

  • Herhaling thema 2

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplantingsstelsel van een man

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen + functies leren!

  •  eikel: Dit deel is erg gevoelig. 
  • urinebuis: vervoert urine en sperma naar buiten.
  • voorhuid: Die beschermt de eikel.
  • zwellichamen:  die kunnen zich vullen met bloed waardoor een penis in erectie komt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen + functies kennen!


  • Teelballen: maken zaadcellen.
  • Bijballen: slaan zaadcellen tijdelijk op.
  •  Zaadleiders: vervoeren zaadcellen.
  • Zaadblaasjes: maakt vocht voor de zaadcellen.
  • Prostaat: maakt vocht voor de zaadcellen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De andere voortplantingsorganen van een man liggen in de onderbuik.
1.
2.
3.
4
5.
6
7
8
9

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sperma 
Bij een zaadlozing komen de zaadcellen uit de penis naar buiten. Dat gaat zo:

1 .De zaadleider vervoert de zaadcellen naar de zaadblaasjes.
2. De zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen.
3. De zaadcellen gaan verder naar de prostaat.
4. De prostaat voegt ook vocht toe. De zaadcellen met vocht noem je sperma.
5.Het sperma gaat de urinebuis in.
6.Het sperma komt door de urinebuis naar buiten. Dit is de zaadlozing.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen + functies leren!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

geeft het orgaan aan waar een bevruchte eicel zich innestelt? 

Uit welk orgaan komt de eicel vrij?

het menstruatiebloed

Slide 11 - Diapositive


Welke dagen is zij  aan het menstrueren?

Rond welke dag heeft zij de grootste kans om zwanger te worden?


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

In welke fase komt normaal gesproken een rijpe eicel vrij?
Verschil tussen een eicel en zaadcel
Eicel
Zaadcel
groot
klein
24 uur
72 uur
Beweegt zich door trilhaartjes in de eileiders
Kan zich actief voortbewegen met zweepstaart
Vanaf geboorte aanwezig
Niet aanwezig vanaf geboorte

Slide 15 - Diapositive

Man produceert zaadcellen zonder kapje.

Wat is het gevolg voor een man als er bij hem zaadcellen zonder kapje gevormd worden?

 is dan onvruchtbaar
Zijn zaadcellen kunnen een eicel niet bevruchten


Primaire geslachtskenmerken
zijn al bij de geboorte aanwezig.

 

• bij jongens de penis en de balzak
• bij meisjes de clitoris en de schaamlippen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Secundaire geslachtskenmerken


Ontstaan in de puberteit
onder invloed van
geslachtshormonen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtshormonen
In het lichaam van een jongen:
in de teelballen gemaakt (testosteron).
 
In het lichaam van een meisje:
in de eierstokken gemaakt (oestrogenen).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions