Alle zaken om je heen die van invloed zijn op jou, kortom waar jij in meer of mindere mate bij ‘betrokken’ bent.
VB. Het weer, jouw gezondheid, botsing met docenten, de situatie in de wereld etc.
Slide 5 - Diapositive
Cirkel van invloed
Proactief gedrag binnen cirkel van invloed
Je richt je eigen gedrag en op zaken waar je invloed op kunt uitoefenen.
VB. Wat moet jij doen voor dat goede cijfer. Op deze handelingen heb jij invloed.
In plaats van bezig te zijn met dingen waar je geen invloed op hebt, zoals piekeren over te weinig tijd bij de toets.
Slide 6 - Diapositive
Waar heb jij wel invloed op?
Schrijf op je wisbordje.
Slide 7 - Diapositive
Waar heb jij geen invloed op?
Schrijf op je wisbordje.
Slide 8 - Diapositive
Waar je geen invloed op hebt
Wat er om je heen gebeurt / hoe dingen zich ontwikkelen
Wat andere mensen denken, hoe ze zich gedragen en met hun emoties omgaan
Dat je af en toe fouten en verkeerde keuzes maakt
Slide 9 - Diapositive
Proactieve benadering
Eenmaal gemaakte fouten behoren tot de cirkel van betrokkenheid.
Eenmaal gemaakte fouten kun je niet meer ongedaan maken, evenmin als de gevolgen ervan. Maar je kunt een fout wel onmiddellijk erkennen en ervan leren (Covey).
Slide 10 - Diapositive
Positief zelfbeeld
Het maken van fouten is belangrijk, je leert er tenslotte van. Twijfel niet te snel aan jezelf!
Slide 11 - Diapositive
Doorzettingsvermogen
Leren kost moeite en je zal er dingen voor moeten laten. Het gaat niet vanzelf.