Herhaling H3.1-3.3

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welke van de volgende is geen natuurlijke lichtbron?
A
Een ster
B
Een vuurvliegje
C
Een bliksem
D
Een televisie

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een natuurlijke lichtbron?
A
Een gloeilamp
B
De zon
C
Een kaars
D
Een zaklamp

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Directe

lichtbron

Indirecte

lichtbron

Lamp
TV-Scherm
Spiegel
Regenboog
Maan
Stoplicht
Kaarsvlam

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Wat is een divergente lichtbundel?
A
Een lichtbundel die stilstaat
B
Een lichtbundel die samenkomt
C
Een lichtbundel die uit elkaar gaat
D
Een lichtbundel die van kleur verandert

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Een zonsverduistering is....
A
wanneer de Maan in de schaduw zit van de Aarde
B
wanneer de Aarde in de schaduw zit van de Maan

Slide 15 - Quiz

Wat is de belangrijkste stap bij het tekenen van schaduw?
A
Het mengen van verschillende schaduwkleuren
B
Het bepalen van de lichtbron
C
Het toevoegen van details aan de schaduw
D
Het kiezen van de kleur van de schaduw

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wat is de definitie van gezichtsveld?
A
De vorm van de oogbol
B
Het totale gebied dat je kunt zien
C
Het gedeelte van het oog dat licht opvangt
D
De kleurwaarneming van het oog

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

De afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel is ... de afstand van het origineel tot de spiegel
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan

Slide 22 - Quiz

In de spiegel zie je het spiegelbeeld van een voorwerp.
Dit spiegelbeeld is een...
A
diffuus beeld.
B
indirect beeld.
C
normaal beeld.
D
virtueel beeld.

Slide 23 - Quiz

Hoe ziet je spiegelbeeld eruit
in een gewone spiegel?
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 24 - Quiz

Wat is de afstand tot mijn spiegelbeeld als ik 2 meter
van de spiegel sta?
A
2 meter
B
1 meter
C
4 meter
D
3 meter

Slide 25 - Quiz

In een spiegel lijkt ........ omgedraaid.
A
Boven en onder
B
Links en rechts

Slide 26 - Quiz

Je gaat een nieuwe rugzak kopen. 
Je staat voor een spiegel. 
In welke figuur is het spiegelbeeld goed getekend?
juist

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Wat is het kenmerk van een brandglas met een positieve lens?
A
Het verandert de kleur van licht
B
Het laat geen licht door
C
Het bundelt lichtstralen tot één punt
D
Het verspreidt lichtstralen

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat gebeurt er met de brandpuntsafstand als een bolle lens dikker wordt?
A
De brandpuntsafstand neemt af.
B
De brandpuntsafstand neemt toe.

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Wat is het effect van een negatieve lens op een lichtbundel?
A
Het bundelt de lichtbundel
B
Het verspreidt de lichtbundel
C
Het absorbeert de lichtbundel
D
Het versterkt de lichtbundel

Slide 38 - Quiz

Een sterke lens...
A
heeft geen brandpuntsafstand
B
heeft een kleine brandpuntsafstand
C
heeft een grote brandpuntsafstand
D
is altijd een negatieve lens

Slide 39 - Quiz

Welke lenzen zijn positief en welke negatief? 
Sleep de lenzen naar het juiste vak.
+
-

Slide 40 - Question de remorquage