2425 Brugklas toets 1 oefenvragen
1 / 20
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de namen, noten en tellen naar de juiste plek (Let op er zitten ook foute opties tussen)
2 tellen
3 tellen
4 tellen
5 tellen
6 tellen
hele noot
halve noot
achtste noot
1 tel
2 tellen
3 tellen
4 tellen
5 tellen
6 tellen
1 tel
0,5 tel
0,5 tel
hele rust
halve rust
Slide 4 - Question de remorquage
De noot plaatjes gaan van simpel naar uitgebreid
De namen en tellen gaan steeds door de helft
De rust plaatjes zijn even leren
De namen en tellen gaan steeds door de helft
De rust plaatjes zijn even leren
Maak het juiste vormschema.
Sleep de delen naar de plek
Sleep de delen naar de plek
Let op! Er zitten ook foute delen tussen,
sleep deze naar de prullenbak
Luistervraag
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Prullenbak
Couplet 1
Refrein 1
Intro
Couplet 2
Refrein 2
Couplet 3
Refrein 3
Outro
Pre-Chorus
Tussenspel
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk begrip past bij welke kleur? (Groen, Blauw, Rood, Paars & Oranje)
Kies uit de volgende begrippen:
Kies uit de volgende begrippen:
Maat, Maatstreep, Maatstop, Wachtmaat, Maatsoort, Maatnummer, G-Sleutel, Ritme
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
In welke volgorde worden de maten gespeeld?
Schrijf op: 1 2 3 etc.
Schrijf op: 1 2 3 etc.
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet deze noot?
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke noot ontbreekt hier?
Noten & rusten
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwart noot
D
Achtste noot
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Luister naar het fragment en schrijf op wat de juiste optie is:
1. Naarmate het fragment vordert wordt het stuk sneller/trager
2. Naarmate het fragment vordert wordt het stuk harder/zachter
3. Naarmate het fragment vordert komen er meer/minder instrumenten bij
1. Naarmate het fragment vordert wordt het stuk sneller/trager
2. Naarmate het fragment vordert wordt het stuk harder/zachter
3. Naarmate het fragment vordert komen er meer/minder instrumenten bij
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet deze noot?
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke noot ontbreekt hier?
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwart noot
D
Achtste noot
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet deze noot?
Slide 13 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk begrip past bij deze uitleg:
Een onvolledige maat aan het begin van een muziekstuk
Een onvolledige maat aan het begin van een muziekstuk
Slide 14 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Schrijf in je eigen woorden wat een couplet betekent
Slide 15 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet dit symbool en wat betekent het?
Slide 16 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet deze noot?
Slide 17 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
