Great catch Oct B3

A great catch...
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

A great catch...

Slide 1 - Diapositive

We will read the text together and you will answer questions in this Lesson Up. 
We are going to read a text about a boy who found a lot of money. Real story :-) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

'Instead he found almost a million dollars.' Wat betekent 'instead'?
A
meteen
B
daarop
C
in plaats daarvan

Slide 5 - Quiz

'The men hoped they wouldn't become suspects.' Wat betekent de zin?
A
De mannen voelden zich slachtoffer.
B
De mannen hoopten dat zij geen verdachten werden.

Slide 6 - Quiz

'Sadly for the two drivers, the police didn't believe them.' Wat betekent 'sadly'?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent 'excitement'?
A
enthousiasme
B
verveling
C
opwinding

Slide 8 - Quiz

Wat wilde Princston kopen van al het geld? Noem 1, 2 of 3 dingen.

Slide 9 - Question ouverte

'Suddenly, a police dog ran up to me.' Wat betekent: suddenly?
A
vanzelf
B
ineens
C
blaffend

Slide 10 - Quiz

'They're not the most professional thieves we've come across.' Wat betekent: come across?

Slide 11 - Question ouverte

4

Slide 12 - Vidéo

00:19
Wat deden vader en zoon bij het tankstation?
A
tanken
B
lucht in de banden
C
drinken halen

Slide 13 - Quiz

00:49
Wat was er met de bankbiljetten?
A
er zat verf op.
B
het waren allemaal dezelfde biljetten.
C
ze waren kapotgescheurd.

Slide 14 - Quiz

01:10
Hoe oud is de verdachte?
A
45
B
35
C
25

Slide 15 - Quiz

01:20
wat betekent: 'being a regular kid'?
A
een gewoon kind zijn.
B
een sportief kind zijn.
C
een bijzonder kind zijn.

Slide 16 - Quiz

6

Slide 17 - Vidéo

00:21
'he was no match for the 82 year-old inside' Wat betekent: he was no match?
A
hij kon haar makkelijk aan
B
hij wilde een wedstrijdje doen
C
hij kon haar niet aan

Slide 18 - Quiz

00:43
Belde zij een ambulance?
A
ja en de politie
B
ja
C
nee alleen de politie

Slide 19 - Quiz

01:18
waarmee ging ze de inbreker te lijf?
A
met een kastje
B
met een tafel
C
met een steen

Slide 20 - Quiz

01:37
'The suspect was intoxicated'. Wat betekent 'intoxicated'?
A
gearresteerd
B
meegenomen
C
onder invloed van drank/drugs

Slide 21 - Quiz

02:14
Hoeveel pound kan deze vrouw tillen?
A
150 pounds
B
225 pounds
C
350 pounds

Slide 22 - Quiz

02:32
'She's been doing this for a decade'. Wat is 'a decade'?
A
tien jaar
B
een halve eeuw
C
heel lang

Slide 23 - Quiz

Hoe vond je de les van vandaag?
0100

Slide 24 - Sondage