Herhaling h8 g&r 12e kgt

Match de getallen met de macht van 10
1000
1 miljard
100
1 miljoen
106
109
102
103
1 / 29
suivant
Slide 1: Question de remorquage
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Match de getallen met de macht van 10
1000
1 miljard
100
1 miljoen
106
109
102
103

Slide 1 - Question de remorquage

Match de getallen met de macht van 10
500
50 miljard
50 000
500 miljoen
5 x 102
5 x 108
5 x 104
5 x 1010

Slide 2 - Question de remorquage

Schrijf 1,2 miljoen als een getal zonder woorden. (Gebruik geen spaties)

Slide 3 - Question ouverte


Schrijf 7,5 x 104 (Gebruik geen spaties).

Slide 4 - Question ouverte


7,5 x 103  = ....... 
A
7,5 x 10 x 3
B
7,5 x 10 x 10 x 10

Slide 5 - Quiz


2,9 x 1012  = ....... 
A
29 000 000 000 000
B
2,900000000000
C
290 000 000 000
D
2 900 000 000 000

Slide 6 - Quiz


2,9 x 105  = ....... 
A
2 900 000
B
2,90000
C
290 000
D
0,290000

Slide 7 - Quiz


6,81 x 106  = ....... 
A
6,810000
B
68,0001
C
681 000 000
D
6 810 000

Slide 8 - Quiz


1,75 x 109  = ....... 
A
0,1750000000
B
1 750 000 000
C
175 000 000 000
D
175 000 000

Slide 9 - Quiz

De computer van Nathalie heeft een harde schijf met 3 600 000 000 000 opslag capaciteit. Schrijf dit getal in de wetenschappelijke notatie.

Slide 10 - Question ouverte

1 uur =
A
60 sec
B
600 sec
C
3600 sec
D
6600 sec

Slide 11 - Quiz

4,6 uur is
A
4 uur en 40 minuten
B
4 uur en 46 minuten
C
4 uur en 60 minuten
D
4 uur en 36 minuten

Slide 12 - Quiz


4,3 uur = … uur en … minuten
A
4 uur en 30 minuten
B
4 uur en 18 minuten
C
4 uur en 20 minuten
D
4 uur en 3 minuten

Slide 13 - Quiz

0,6 uur is .......minuten
A
6 minuten
B
60 minuten
C
36 minuten

Slide 14 - Quiz

150 minuten = ....... uur
A
1,5 uur
B
2,5 uur
C
ongeveer 3 uur

Slide 15 - Quiz

150 minuten = ....... uur
A
1,5 uur
B
2,5 uur
C
ongeveer 3 uur

Slide 16 - Quiz

5,20 uur = ......uur en ......minuten
A
5 uur en 20 minuten
B
5 uur en 12 minuten

Slide 17 - Quiz

Van km/u naar m/s is delen door 3,6
Van m/s naar km/u is vermenigvuldigen met 3,6
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is de definitie van m/s
A
het aantal meter dat ik loop
B
het aantal meters dat ik in totaal in mijn leven gelopen heb
C
het aantal seconden dat ik loop over 1 meter
D
het aantal meter per seconde

Slide 19 - Quiz

50 km/uur =
A
10,9 m/s
B
13,9 m/s
C
180 m/s
D
130 m/s

Slide 20 - Quiz

14 m/s=
A
3,9 km/u
B
50,4 km/u

Slide 21 - Quiz

23,4 km/u = ... m/s
A
65
B
84,24
C
8,424
D
6,5

Slide 22 - Quiz

720 km/u = ........ m/s
A
20 m/s
B
200 m/s
C
12 m/s
D
ander antwoord

Slide 23 - Quiz

25 m/s =
A
6,94 km/uur
B
25 km/uur
C
65 km/uur
D
90 km/uur

Slide 24 - Quiz

45 km/u=... m/s
A
12,5 m/s
B
163000 m/s
C
163 m/s
D
12500m/s

Slide 25 - Quiz

3,6 km/u = ... m/s
A
1
B
12,95

Slide 26 - Quiz

64,8 m/s = ... km/u
A
18
B
233,28

Slide 27 - Quiz

20 m/s = .....km/u
A
72
B
5,6

Slide 28 - Quiz

64,8 km/u = ... m/s
A
18
B
233,28

Slide 29 - Quiz