Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Kaartanalyse met GIS
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je werken met GIS om kaarten te analyseren.
Slide 2 - Diapositive
Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het werken met GIS en kaartanalyse?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is GIS?
GIS staat voor Geografisch Informatie Systeem en het is een computerprogramma dat gegevens op een kaart kan weergeven en analyseren.
Slide 4 - Diapositive
Leg uit wat GIS is en waar het voor wordt gebruikt.
Soorten kaarten
Er zijn verschillende soorten kaarten die je kunt maken met GIS, zoals thematische kaarten en topografische kaarten.
Slide 5 - Diapositive
Beschrijf de verschillende soorten kaarten die met GIS gemaakt kunnen worden.
Gegevens toevoegen
Om een kaart te maken in GIS moet je gegevens toevoegen, zoals locaties en andere informatie.
Slide 6 - Diapositive
Demonstreer hoe je gegevens toevoegt aan een kaart in GIS.
Kaartlagen
In GIS kun je verschillende kaartlagen toevoegen, zodat je informatie kunt combineren en analyseren.
Slide 7 - Diapositive
Leg uit wat kaartlagen zijn en hoe je ze kunt toevoegen en bewerken.
Analyseren van gegevens
Met GIS kun je gegevens analyseren en visualiseren, bijvoorbeeld door middel van heatmaps of grafieken.
Slide 8 - Diapositive
Laat zien hoe je gegevens kunt analyseren en visualiseren met GIS.
Toepassingen
GIS wordt gebruikt in verschillende vakgebieden, zoals stedenbouw, milieu en landbouw.
Slide 9 - Diapositive
Beschrijf enkele toepassingen van GIS in verschillende vakgebieden.
Oefenen
Tijd om zelf aan de slag te gaan! Maak een kaart in GIS en analyseer de gegevens.
Slide 10 - Diapositive
Geef de studenten de opdracht om zelf een kaart te maken en gegevens te analyseren met behulp van GIS. Geef indien nodig extra instructies.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.