Spelling blok 2 week 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

spelling groep 7

- herhaling leestekens, aanhalingstekens

- grammatica

- werkwoordspelling

- dictee met spellingscategorieën

Welke leestekens gebruik je aan het eind van een zin?

1. ! ? .
2. , .
3. , ? -
4. " ; .

Wanneer gebruik je een komma?

1. In een opsomming, behalve voor 'en'.
2. Bij aanspreking voor of na de naam.
3. Voor voegwoorden, behalve bij 'of' en 'en'.
4. Tussen twee persoonsvormen.

Dat vuurwerk is werkelijk spectaculair.

Vuurwerk is een:

1. bijvoeglijk naamwoord
2. persoonsvorm
3. werkwoord
4. zelfstandig naamwoord

De populaire zanger gaf vanavond een goede show.
gaf is:

1. een voorzetsel
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een onderwerp

De populaire zanger gaf vanavond een goede show.

Typ de bijvoeglijk naamwoorden uit deze zin.

De sanitaire voorzieningen op deze camping zijn uitstekend.
Wat is het voorzetsel in deze zin?

1. De
2. zijn
3. deze
4. op

In de showroom stond al het meubilair mooi uitgestald.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Wat is de voltooide tijd van:

ik kijk

Wat is de voltooide tijd van:
het vliegtuig landt