Meester in e-mailen (les 1 t/m 3)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 1
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 1

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00
Leerwerkboek pagina 80

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Bespreken huiswerk via quizje
  • Uitleg schrijven e-mail 
  • Schrijven e-mail 

Slide 3 - Diapositive

Stelling: Een enkelvoudige zin heeft twee of meer persoonsvormen.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

We zwegen, want we waren moe.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 5 - Quiz

We waren moe maar tevreden.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 6 - Quiz

Omdat het bleef regenen, vluchtte
we naar het winkelcentrum.
pv goed geschreven?
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Het ........ regelmatig dat iemand zijn boek vergeet.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 8 - Quiz

Deze persoon heeft dan een mooi verhaal ..........
A
vertelt
B
verteld

Slide 9 - Quiz

'Huilen met de pet op' betekent dat iets van slechte kwaliteit is.
Voegwoord?

Slide 10 - Question ouverte

Het weer verandert, doordat het warmer wordt en de poolkappen smelten.

Hoeveel stukjes zin? Voegwoord/en?

Slide 11 - Question ouverte

Leerdoel deze week
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail.
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail. 
  • Ik kan formele (beleefde) taal gebruiken in een zakelijke e-mail.
  • Ik kan een zakelijke e-mail schrijven met de juiste indeling.

Tekstdoelen
  • informeren
  • overtuigen
  • activeren
  • amuseren

Slide 12 - Diapositive

Een zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet goed kent, bijvoorbeeld de afdelingsleider van school.
Ook aan bedrijven en instellingen schrijf je een zakelijke e-mail. In zakelijke e-mails gebruik je formele (beleefde) taal.

             Voor het schrijven van een zakelijke e-mail zijn regels

Slide 13 - Diapositive



ik snap echt niet wat we nou moeten doen voor die opdracht die je hebt gegeven. Het is zo vaag allemaal en ik weet echt niet waar ik moet beginnen. Kun je ff snel uitleggen? Ik heb het echt druk en dit maakt het er niet makkelijker op. Laat maar weten, ok?
Gr,
Sam



Onderwerp: vraag over de opdracht


Beste mevrouw Jansen,

Mijn naam is Sam van Dijk uit klas 3t. Ik schrijf u omdat ik wat onduidelijkheden heb over de huiswerkopdracht voor Nederlands.
Kunt u misschien wat meer uitleg geven over de structuur van het verslag? Ik begrijp niet goed hoe ik de verschillende onderdelen moet indelen.
Alvast hartelijk dank voor uw hulp. 
Met vriendelijke groet,
Sam van Dijk / klas 3t






Slide 14 - Diapositive

Juiste indeling

Slide 15 - Diapositive

Opdracht deze week
  • Paragraaf 1.8: opdracht 10 (p. 83)

Stappen:
  1. Bedenk wat er met de computer is gebeurd en hoe je dat oplost.
  2. Schrijf de e-mail met pen en papier (minimaal 100 woorden).
  3. Controleer met het feedbackformulier: zit alles erin?
  4. Ruil met een klasgenoot en geef elkaar feedback via het formulier.
  5. Schrijf nu je net versie van je e-mail, lever in met feedbackformulier.

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting

Welke vragen heb je?

Hoe ver ben je?

Slide 17 - Diapositive

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 2 en 3

Slide 18 - Diapositive

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Opdracht deze week
  • Paragraaf 1.8: opdracht 10 (p. 83)

Stappen:
  1. Bedenk wat er met de computer is gebeurd en hoe je dat oplost.
  2. Schrijf de e-mail met pen en papier (minimaal 100 woorden).
  3. Controleer met het feedbackformulier: zit alles erin?
  4. Ruil met een klasgenoot en geef elkaar feedback via het formulier.
  5. Schrijf nu je net versie van je e-mail, lever in met feedbackformulier.

Slide 20 - Diapositive

Leerdoel behaald?
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail.
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail.
  • Ik kan formele (beleefde) taal gebruiken in een zakelijke e-mail.
  • Ik kan een zakelijke e-mail schrijven met de juiste indeling.

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting

Volgende week verder
met paragraaf 2.8

Slide 22 - Diapositive