1.3 en 2.3 les 1 tot en met 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• schrift

Les 1

Planning

• Feedback e-mail Red mijn vakantie
• Herhalen tips om een tekst te lezen en begrijpen

Leerdoel 

• Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail.
• Ik kan formele (beleefde) taal gebruiken in een zakelijke e-mail.
• Ik kan een zakelijke e-mail schrijven met de juiste indeling.
• Ik gebruik passende signaal- en verwijswoorden.
• Ik kan alle onderdelen van een opdracht erin verwerken.

Bekijk je e-mail. Schrijf er 3 tips bij voor jezelf. Bewaar je e-mail.

E-mail: conventies

Aan            : [e-mail]

Onderwerp : vreselijk hotel Garbi Park Lloret de Mar Spanje

Geachte meneer Jansen,

   

inleiding - kern - slot       (3-deling)

Met vriendelijke groet,

Kees de Kleine

Afsluiting

Aanhef

Codes feedback

I => inhoud: 6 punten (alle onderdelen van de opdracht)

T => taalgebruik: 5 punten

• F => formuleren: juiste verwijswoorden / volledige zinnen
• S => spelling: spelfouten en gebruik hoofdletters
• I => interpunctie: gebruik komma's en punten

C => conventies: 2 punten

10 punten: 7,7

8 punten: 6,2

6 punten: 4,6

Hoe lees je een tekst?

Manieren van lezen (p. 26)

1. Snel kijken waar de tekst over gaat => verkennend
2. Hele tekst begrijpen, wat zegt de schrijver => nauwkeurig
3. Een antwoord op een vraag weten => zoekend lezen
4. Informatie uit de tekst onthouden => studerend lezen

Structuur herkennen (p. 29)

• inleiding - kern - slot

                                  herkennen door signaalwoorden (p.196)

• opbouw alinea

kernzin (mini-samenvatting)

rest is uitleg/toelichting/voorbeeld

pen in de hand

Van groot naar klein

hele tekst

alinea

zin

woord

Betekenis                        achterhalen

Van klein naar groot

woord

zin

alinea

hele tekst

Vooruitblik

Volgende les:

Hoe ga jij om met je geld? 

Herhalen 1.8 (p. 79/81)

• ik kan de persoonsvorm vinden
  
• ik weet wat een enkelvoudige zin is
  
• ik weet wat een samengestelde zin is
  
• ik weet wat een voegwoord is
  
• ik kan zelf een samengestelde zin bedenken/schrijven
  
• ik gebruik de leestekens juist: punt, uitroepteken, vraagteken, dubbele punt, aanhalingstekens en komma

e.mail

• juiste vorm e-mail
• met correcte spelling

Tussen twee gezegdes in een samengestelde zin gebruik ik een .....

Een citaat zet ik tussen.....

In het weekend heb ik gesport gegamed en gechild.

Plaats komma's

Nou ik zat op het terras want
het was lekker weer.

Plaats komma's

gerard riep ik houd niet
van spruitjes

Hoofdletters leestekens

de docent zei dat
de leerlingen goed werkten

Hoofdletters leestekens

Bedenk zelf een samengestelde zin. Denk aan hoofdletters en leestekens.

Werkmoment

• Maak de Test Jezelf 1.8
  
• Welke leerdoelen heb je op groen?
  
• Aan welke leerdoelen ga je werken?
  

Noteer de voor jou belangrijke punten uit paragraaf 1.8.

Gebruik flash cards, een mindmap of ...

Afsluiting

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 2

Wat is goed?

Ik heb de tekst bestudeert, terwijl de docent vertelt.

Ik heb de tekst bestudeerd, terwijl de docent verteld.

Ik heb de tekst bestudeerd, terwijl de docent vertelt.

Het gebeurd nogal eens dat pv en vd verward worden.

Het gebeurt nogal eens dat pv en vd verwart worden.

Het gebeurt nogal eens dat pv en vd verward worden.

Werken aan:

• paragraaf 1.8 (A-boek)
• paragraaf 2.8 (A-boek)
• paragraaf 3.8 (B-boek)
• paragraaf 4.8 (B-boek)

Leerdoel

• verschil pv en vd
• komma gebruiken
• meervoud zn spellen

pv of vd (p. 161)

herhaalt             herhaald

vertelt                verteld

gebeurt             gebeurd

bekent               bekend       

pv of vd (p. 161)

hij herhaalt              hij heeft herhaald

zij vertelt                 zij heeft verteld

het gebeurt             het is gebeurd

hij bekent                hij heeft bekend  

Onthouden = schrijf op

• pv vinden door tijd te veranderen
  
• er kan meer dan 1 pv in een zin zitten
  
• voltooid deelwoord vaak vorm van zijn, hebben, worden
  
• begint vaak met ge-, ver-, be-, her-, ont-
  
• langer maken of 't taxi kofschip

voltooid deelwoord (p. 198)

Hij geeft een boek.       Hij heeft een boek gegeven.

                                     Het gegeven boek.

Hij vertelt een verhaal. Hij heeft een verhaal verteld.

                                     Het vertelde verhaal.

Hij pakt een koekje. Hij heeft een koekje gepakt.

                                      Het gepakte koekje.

voltooid deelwoord (p. 198)

Hij geeft een boek. Hij heeft een boek gegeven.

                                 zoals je het hoort

Hij vertelt een verhaal. Hij heeft een verhaal verteld.

                                  vertel => l => d

Hij pakt een koekje. Hij heeft een koekje gepakt.

                                  pak => k => t

Werkmoment

werk in je leerwerkboek

eerst opdrachten doornemen

erna samen nakijken

tip: schrijf met potlood => makkelijk verbeteren

Maken 2.8 grammatica

• opdracht 2, 3a, 3b en 4 (start op pagina 161)
  
• Lees het theorieblok op pagina 163.
  
• opdracht 5a, d, e, f

Afsluiting

Vandaag:

• verschil pv en vd, gebruik komma's
  

Volgende les:

• meervoud zelfstandige naamwoorden

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 2

Planning

• Meervoud van zn, wat weet je al?
  
• Instructie meervoud maken
  
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les

vragen via quizje

muis/muizen pony/pony's

slee/sleeën bacterie / bacteriën

mes/messen baby/baby's

idee/ideeën melodie/melodieën

filmpje zn meervoud

Meervoud zn (p. 166)

Drie manieren:

1. op -en
   
2. op -s of 's ('s om uitspraak goed te houden)
   
3. op -ën, iën, ieën (met klemtoon op ie => met 2e e)

Werkmoment

werk in je leerwerkboek

eerst opdrachten doornemen

erna samen nakijken

tip: schrijf met potlood => makkelijk verbeteren

Maken 2.8 grammatica

• opdracht 6, 9 en 10 (start op pagina 164)
  

Klaar?

Start met Test Jezelf 2.8 (online).

Alle leerdoelen op groen, anders nog een keer doen!

Afsluiten

Vandaag:

• meervoud zn
  

Volgende week:

• Test jezelf 2.8 en starten met 3.8
  

                                                          Leerwerkboek deel B

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 3

Planning

• Doornemen geleerde 1.8 en 2.8
  
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les

Herhalen 2.8 (p. 161/163/166)

• ik weet het verschil tussen pv en vd
  
• ik weet hoe ik het werkwoord als pv of vd moet schrijven
  
• ik gebruik een komma vóór een voegwoord
  
• ik spel meervoud van zn op de juiste manier 

Maak online

• test jezelf 1.8
  
• test jezelf 2.8
  

Welke vragen heb je?

Afsluiten

Vandaag:

• 1.8 en 2.8 herhaald
  

Volgende week:

• starten met 3.8 => B-boek

Planning

• Terugkoppeling e-mail
  
• Herhalen paragraaf 1.8
  
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les

vragen via quizje

muis/muizen pony/pony's

slee/sleeën bacterie / bacteriën

mes/messen baby/baby's

idee/ideeën melodie/melodieën