Grammatica woordsoorten: onbepaald voornaamwoord

NEDERLANDS
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

NEDERLANDS

Slide 1 - Diapositive

Wat je in deze les leert ... 



Nieuw: onbepaald voornaamwoord (ovw) (5.8 Grammatica woordsoorten)



Slide 2 - Diapositive

§5.8 Grammatica woordsoorten

Slide 3 - Diapositive

Bereid het nummer voor dat jouw duo gekregen heeft (theorie + voorbeeld).
Presenteer jullie voornaamwoord aan de klas.
1. Persoonlijk voornaamwoord (psv)
2. bezittelijk voornaamwoord (bzv)
3. wederkerend voornaamwoord (wvn) 
4. wederkerig voornaamwoord (wgv)
5. aanwijzend voornaamwoord (av)
6. vragend voornaamwoord (vrv)
7. onbepaald voornaamwoord (ovw) = nieuw!


Slide 4 - Diapositive

Het onbepaald voornaamwoord (ovw)

Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere:
iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).  
 
Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar 'iets vaags'.
 Dat kunnen personen of dingen zijn. 

Slide 5 - Diapositive

Onbepaald voornaamwoord

Slide 6 - Diapositive

Onbepaald voornaamwoord, blz. 135
Het

Slide 7 - Diapositive

Let op!
Sommige, enkele, enige, verscheidene, alle, verschillende

... worden soms benoemd als ovw.

In de lesmethode Ta!ent benoemen we deze woorden als onbepaald hoofdtelwoord

Slide 8 - Diapositive

Ik weet nu wat een onbepaald voornaamwoord is.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een onbepaald voornaamwoord (ovw)?
A
iets
B
hem
C
niets
D
die

Slide 10 - Quiz

Welk woord is geen onbepaald voornaamwoord
A
men
B
ergens
C
derde
D
iets

Slide 11 - Quiz

Wat is in deze zin het onbepaald voornaamwoord?

'Het is hier altijd enorm gezellig.'
A
Het
B
hier
C
altijd
D
gezellig

Slide 12 - Quiz

Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin?

Na het kampeerweekend was iedereen uitgeput.
A
Na
B
kampeerweekend
C
was
D
iedereen

Slide 13 - Quiz

In de les/thuis afmaken 
§5.8  Grammatica woordsoorten: opdrachten 1 t/m 5 + 8 maken

Slide 14 - Diapositive

Wat weet of kan je nu?

Het onbepaald voornaamwoord


Slide 15 - Diapositive

Einde van de les

Slide 16 - Diapositive

Uitlegfilmpje  in  Talent     online: bijwoord

Slide 17 - Diapositive