T1A 22-03

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Unterrichtsziele

Aan het einde van het hoofdstuk kan je in het Duits iets over jouw hobby vertellen.

Deze les leer je hoe je iemand in het Duits aanspreekt!

Slide 3 - Diapositive

Aufbau der Stunde

- Willkommen;

- Opstart + lesdoel;

- Herhaling: Wörter + Grammtik;

- Zelfstandig werken "duzen en Siezen";

- Quiz;

Slide 4 - Diapositive

Welke woordjes van het vorige SO ken je nog?

Slide 5 - Carte mentale

Der Ball
Schwimmen
Das Buch
Reiten

Slide 6 - Question de remorquage

Vormen van "haben"

Slide 7 - Carte mentale

"Hoe maak je een voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 8 - Question ouverte

Vul aan: ____ du Sport?(machen)

Slide 9 - Question ouverte

Vul aan: Wie oft _____ du?(trainieren)

Slide 10 - Question ouverte

Vul aan: Wann ____ du Geburtstag? (haben)

Slide 11 - Question ouverte

Vul aan: Was ___(haben) ihr ____ (machen)

Slide 12 - Question ouverte

Hoe spreek je iemand aan in het Duits?

"Duzen"en "Siezen"

Lees de theorie op TB S.14

Maak opdr. 11.2 AB S.23

Klaar? M. Ü 16.1/17.1/18.1/18.2/18.3A/18.4

Leren Plauderecke A+B


Slide 13 - Diapositive

Antwoorden 11.2

1. Du         6. Du

2. Sie       7. Sie         

3. Du          8. Du

4. Sie                9. Du

5. Sie        10. Sie

> meer dan 5 fout? Extra uitleg

Slide 14 - Diapositive

Quiz
10 vragen over deze les

Slide 15 - Diapositive

Du of Sie: de nieuwe uitwisselingsstudent uit Duistland?
A
DU
B
SIE

Slide 16 - Quiz

Du of Sie: de baas van Würth die op je stagebedrijf langs komt?
A
Du
B
Sie

Slide 17 - Quiz

Du of Sie: je belt met je Duitse vakantie liefde?
A
Du
B
Sie

Slide 18 - Quiz

Du of Sie: je wilt je Duitse herdershond aanspreken?
A
Du
B
Sie

Slide 19 - Quiz

Vul aan: Ich ____ (haben)

Slide 20 - Question ouverte

Vul aan: Ich ______(machen)

Slide 21 - Question ouverte

Paardrijden in het Duits?
A
Reiten
B
Pferdfahren
C
Fahren

Slide 22 - Quiz

het boek in het Duits?

Slide 23 - Question ouverte

'Jij' in het Duits?

Slide 24 - Question ouverte

'u' in het Duits?

Slide 25 - Question ouverte