vooral karakter veranderingen, 'raar' gedrag, egoisme
Slide 7 - Question de remorquage
Stelling: vasculaire dementie kan ontstaan door een CVA
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Stelling: vasculaire dementie kan ontstaan door microbloedinkjes in de hersenen
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Stelling: vasculaire dementie kan ontstaan door een hersenbloeding
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Stelling: vasculaire dementie gaat typisch geleidelijk achteruit. En kan soms stapsgewijs ineens verergeren?
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Een patient heeft een hersenbeschadiging in het frontale gedeelte van de hersenen opgelopen. Welke problemen verwacht je bij deze patient?
A
decorumverlies en inzichtsproblemen
B
loopstoornissen en geheugenproblemen
C
visusproblemen en geheugenproblemen
D
loopstoornissen en decorumverlies.
Slide 13 - Quiz
Wat is de directe oorzaak van korsakov?
A
vitamine B12 tekort
B
chronisch overmatig alcohol gebruik
C
Vitamine B1 tekort
D
Coma zuipen
Slide 14 - Quiz
Met welke term beschrijf je: de zorgvrager vertelt je verhalen die geheel of gedeeltelijk niet waar zijn.
A
persevereren
B
confabuleren
C
apraxie
D
afasie
Slide 15 - Quiz
Met welke term beschrijf je: patiënt kan de handelingen niet op de juiste manier of juiste volgorde uitvoeren. . ?
A
persevereren
B
confabuleren
C
apraxie
D
afasie
Slide 16 - Quiz
Welke 3 zaken test je als je de orientatie test? (30 seconden)
Slide 17 - Question ouverte
Met welke term beschrijf je: de patient vertelt onwaarheden om zijn eigen fouten/vergissingen te verdoezelen?
A
facadegedrag
B
decorumverlies
C
confabuleren
D
apathie
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Stelling: als iemand bij de dokter komt met geheugenproblemen en inzichtproblemen,. Dan is er sowieso sprake van dementie. Moet je alleen nog de vorm van dementie vaststellen.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Wat betekent dementie letterlijk?
A
fysieke aftakeling
B
ouder worden
C
geestelijke aftakeling
D
vergeetachtig zijn
Slide 21 - Quiz
Hoe wordt dementie met Lewy-lichaampjes genoemd?
A
Lewy-dementie
B
Lewy-body dementie
C
Lewyoïd
D
Lewy-dementie met lichaampjes
Slide 22 - Quiz
Korsakov is GEEN vorm van dementie, maar heeft wel kenmerken daarvan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Is dementie een ouderdomsziekte?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
Mensen met dementie in een meer vergevorderd stadium kunnen vooral dingen uit het verleden herinneren . Dingen vragen over de dag of week ervoor heeft weinig zin en geeft alleen onrust en onzekerheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
de ziekte dementie is progressief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Bij fronto-temporale dementie zie je
A
Schade aan bloedvaten
B
Ophoping van het TAU eiwit
C
Meyline schade
D
Afwijking in een gen
Slide 27 - Quiz
Bij vasculaire dementie zie je
A
afwijkend gen
B
schade aan de bloedvaten
C
ophoping van het TAU eiwit
D
myeline schade
Slide 28 - Quiz
Welk van onderstaande antwoorden is GEEN symptoom van dementie?
A
Taalproblemen
B
Problemen met zien
C
Gewichtstoename
D
Onrust
Slide 29 - Quiz
wat is een voorbeeld een afasie?
A
Hakkelen tijdens het vertellen van een verhaal
B
Agressief taalgebruik tijdens het communiceren
C
Termen uit andere, vroeger geleerde talen door de zinnen verwerken
Slide 30 - Quiz
Wat is een voorbeeld van agnosie?
A
Het niet meer herkennen van eigen kinderen
B
Niet meer goed kunnen lopen
C
Het proces van de ogen, waardoor je langzaam blind wordt
Slide 31 - Quiz
wat is een voorbeeld van apraxie?
A
Niet meer weten hoe je moet lopen
B
Verlies van zindelijkheid
C
Vergeten hoe de koffie gezet moet worden
D
Het constante gebruik van scheldwoorden tijdens het communiceren
Slide 32 - Quiz
Een zorgvrager kan niet meer goed nieuwe informatie onthouden. Dit is een vorm van
A
dementie
B
LBD
C
ziekte van Alzheimer
D
FDT
Slide 33 - Quiz
Een verschil tussen delier en dementie is: dementie ontstaat langzaam en delier acuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Bij LBD kan men de volgende symptomen hebben:
A
aandachtsstoornissen & visuele hallucinatie
B
aandachtsstoornissen & gehoor hallucinatie
C
Geen van beide
Slide 35 - Quiz
De achteruitgang bij LBD verloopt meestal sneller dan die bij de ziekte van Alzheimer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Mensen met een vasculaire dementie hebben veranderingen in de persoonlijkheid of heftige emotionele reacties op gebeurtenissen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Er zijn drie varianten frontotemporale stoornissen, die bepaald worden door de eerste symptomen die optreden: deze zijn
A
De gedragsvariant
De taalvariant
De bewegingsvariant
B
De gedragsvariant
De geheugenvariant
De bewegingsvariant
C
De geheugenvariant
De taalvariant
De bewegingsvariant
D
De gedragsvariant
De taalvariant
De geheugenvariant
Slide 38 - Quiz
Iemand met LBD kan binnen een jaar van af en toe wat traag zijn veranderen in iemand die in een rolstoel zit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quiz
FDT kan in alle leeftijdscategorieën voorkomen
A
Ja, vooral bij jonge mensen tussen de 20 en 40 jaar
B
Ja, vooral bij ouderen rond de 60 jaar
C
Nee, het komt het meeste voor tussen de 40 en 60 jaar
D
Nee, onder de 50 jaar komt het niet voor
Slide 40 - Quiz
LBD is heel makkelijk te herkennen
A
Dat klopt, want je ziet dit aan de verschijnselen die optreden
B
Dat klopt, want men kan dit in het bloed onderzoeken
C
Nee dit klopt niet, het verschilt van dag tot dag qua verschijnselen
D
Nee dit klopt niet, want men denkt sneller aan Parkinson dan aan LBD
Slide 41 - Quiz
Iemand met Lewy body dementie (LBD) heeft in het begin geen geheugenproblemen of moeite met het uitvoeren van handelingen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Hoeveel fasen kent de ziekte van Alzheimer?
A
2
B
3
C
4
D
Deze ziekte kent geen fasen
Slide 43 - Quiz
Frontotemporale dementie (FDT) ontstaat doordat hersencellen in het gedragsgebied en het taalgebied afsterven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 44 - Quiz
Bij FDT volgen geheugenproblemen vaak pas in een vroeger stadium.