Clase 6 a3d/a3c- H1

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hola A3C/A3D

Clase 6

Los objetivos de la clase

- Aan het eind van de les weet jij door middel van de diagnostische toets wat jij kan verbeteren. 

- Aan het eind van de les heb je de imperativo herhaald. 

- Aan het eind van de les heb jij geoefend met het vocabulaire. 

- Aan het eind van de les heb jij de stof die jij moeilijk vindt extra herhaald.

- Aan het eind van de les heb je inzicht in hoe de toets er volgende week uitziet. 

La planificación: 

Diez minutos: La introducción

Cinco minutos: Comprobar los deberes

Diez minutos: El imperativo

•  Ver un vídeo 
•  ejercicio

Quince minutos: Vocabulario (Blooket)

Veinticinco minutos: A trabajar (individual)

•  presente
• presente perfecto
• imperativo
• frases clave
• vocabulario

Cinco minutos: Evaluación

¿Qué pasó en España o Latinoamérica?

Hoe is Zuid- en MiddenAmerika aan zijn Spaanse taal gekomen?

¿Qué fueron los deberes?

ej 20-22 (vocabulario y escuchar)

ej- 30cd (imperativo)

Comprobar los deberes- ej 21

A	B	C
1. La sagrada familia	1. vertrek bij het hotel	1. A. de groene (verde) en blauwe (azul) lijn
2. Metro	2. Ga rechtdoor	2. B. 6 haltes
3. Of hij weet welke metro ze moet nemen	3. Neem de tweede straat rechts	3. A. 5 minuten
	4. Sla aan het eind van de straat linksaf	4. C. 1,20
	5. Metrostation rocafort	5. C. een kaart

Comprobar los deberes- ej 30CD

C	D
1. Disculpa	1. Tomad
2. Mira	2. Giren
3. Gira	3. subid
4. Baja	4. bajad
5. Lee	5. lean
7. Toma	6. visitan

El imperativo

De 'imperativo', in het Nederlands gebiedende wijs, wordt gebruikt om iemand een bevel of opdracht te geven. 

In het Nederlands gebruiken wij alleen de Jij-vorm

Voorbeelden: 'kijk naar het bord, ga de trap op, 

eet je bord leeg.' 

In het `Spaans hebben ze echter meerdere vormen + negatieve en

positieve vorm. 

Bekijk de video en schrijf mee!

A prácticar!

subir, ustedes, positivo: 

Bajar, vosotros, positivo: 

Leer, ustedes, positivo: 

girar, ustedes, positivo: 

Tomar, vosotros, negativo: 

visitar, ustedes, negativo: 

leer, vosotros, negativo:

Blooket vocabulario (15 min)

Ga naar Blooket op je laptop. 

We gaan even ontspannen met een spelletje op Blooket waarbij je het vocabulaire leert.

Buena suerte!

A trabajar!

- Je gaat individueel aan het werk, oefenen met de feedback van de diagnostische toets.

- Kom in klassenlessonup, log in via je account en indien je nog niet in de klas zit:

                  - A3C: 

                  - A3D: 

- Ga naar de dia van de stof die JIJ nog lastig vindt, bekijk de uitleg (video of dia) en maak de opdrachten. 

- Je bent volledig stil, ik wil niemand horen. 

- Indien je een vraag hebt kom je bij mij aan mijn bureau. 

Buena suerte!

El presente

- Bekijk de video en schrijf mee.

- Schrijf van de volgende woorden

 de juiste rijtjes op in je schrift:

' Hablar, comer, vivir' 

El presente:

Oefenen met de presente (herhaling)

Verbos – AR: 

 https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Present2/1.htm
 
Verbos – ER: 

https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Presente/7.htm

Verbos – IR:

https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Presente/5.htm

practicar (hasta actividad 5)

 https://www.profedeele.es/actividad/gramatica/verbo-presente-irregular/

Het verschil tussen presente en presente perfecto?

De presente gebeurt nu, in het heden: Yo como un bocadillo, tu estudias español, nosotros andamos por la calle. 

De presente perfecto, ook wel pretérito perfecto is al gebeurd, het is verleden tijd, alleen de tijd waar het zich in afspeelt is nog bezig. 

- Hoy he comido un bocadillo

- Tu has estudiado español este verano. 

- Nosotros hemos andado por la calle hoy.

Lees altijd de opdracht goed of ze de presente of presente perfecto van je verwachten!

Presente perfecto

A prácticar!

Pag. 48 van je WB. 

Ej. 3AC

El imperativo

De 'imperativo', in het Nederlands gebiedende wijs, wordt gebruikt om iemand een bevel of opdracht te geven. 

In het Nederlands gebruiken wij alleen de Jij-vorm

Voorbeelden: 'kijk naar het bord, ga de trap op, 

eet je bord leeg.' 

In het `Spaans hebben ze echter meerdere vormen + negatieve en

positieve vorm. 

Bekijk de video en schrijf mee!

A prácticar!

Bekijk bron J in je tekstboek op p. 15

Hacer:

1) WB. pag. 34 ej. 30E

2) WB. pag. 35 ej. 31B

3) WB. pag. 48 ej. 3B

Vocabulario:

Oefen met het vocabulaire via Quizlet:

vocab 1.1 https://quizlet.com/nl/422345997/pa-3-capitulo-1-voca-11-flash-cards/

vocab 1.2 https://quizlet.com/nl/301097222/pa-3-capitulo-1-voca-12-flash-cards/

vocab 1.3 https://quizlet.com/nl/422346573/pa3-capitulo-1-voca-13-flash-cards/

vocab 1.4 https://quizlet.com/nl/422346693/pa3-capitulo-1-voca-14-flash-cards/

Hacer: 

WB. p. 48 ej. 4AB

 

Frases clave:

Frases clave E https://quizlet.com/nl/428351216/pa-3-capitulo-1-frases-clave-e-flash-cards/

Frases clave K https://quizlet.com/nl/429541767/pa-3-capitulo-1-frases-clave-k-flash-cards/

Hacer: 

WB. p. 49 ej. 5AB

El examen: 

1.  Luistervaardigheid
2. leesvaardigheid
3. Gramática: Grammatica bron D: TB: p.99 nr 16 (presente),  TB: p.100 nr 18 (presente perfecto) TB: p.104 nr 24 (wederkerende werkwoorden)  TB: p.104-105 nr. 25 (gustar, leer in ieder geval t/m ‘No nos gusta la paella’)  , Grammatica Bron J (imperativo = gebiedende wijs)
4. Vocabulario: woordenlijst 1.1/1.4 van links naar rechts (maak gebruik van de Blooket), voorzetsels van opdracht 2 (woorden hiervan staan ook in de Blooket)
5. frases clave:  bron E en K in beide richtingen 

Los deberes/evaluación

estudiar para el examen:

• .44-45)

• Bron J (TB p.15) + leer je aantekeningen over de gebiedende wijs

• Bron K (TB p.15)

 

Hacer:

• Imperativo oefening van de lessonup

• Minstens twee gemaakte opdrachten van JOUW onderwerp