Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling verleden tijd
Leerdoel van vandaag
Na de les kun je een werkwoord in de verleden tijd vervoegen volgens de regels van 't ex-kofschip
Nodig bij de les: telefoon en een pen.
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Leerdoel van vandaag
Na de les kun je een werkwoord in de verleden tijd vervoegen volgens de regels van 't ex-kofschip
Nodig bij de les: telefoon en een pen.
Slide 1 - Diapositive
Hoe zat het ook alweer...
graven
ik .....
jij ......
hij .....
jullie .....
zij ......
werken
ik .....
jij ......
hij .....
jullie .....
zij ......
Slide 2 - Diapositive
De verleden tijd
De verleden tijd gaat over zaken of handelingen die in het verleden plaatsvonden.
Slide 3 - Diapositive
Vervoegen naar verleden tijd
tegenwoordige tijd
verleden tijd
Ik loop naar huis.
Ik liep naar huis.
Ik brand mijn vingers
Ik brandde mijn vingers
Hij bakt een pizza
Hij bakte een pizza
Slide 4 - Diapositive
regelmatig (zwak) of onregelmatig (sterk)
Je kunt werkwoorden opdelen in zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden.
Slide 5 - Diapositive
Onregelmatige of sterke werkwoorden
Bij onregelmatige werkwoorden verandert de klank als je ze in de verleden tijd zet:
bijvoorbeeld
: loop -> liep
en
kom -> kwam
Als je deze woorden niet kent, moet je ze uit je hoofd leren.
Slide 6 - Diapositive
Regelmatige of zwakke werkwoorden
Regelmatige werkwoorden vervoeg je volgens vaste regels.
brand- brandde
bakt - bakte
hoor - hoorde
Slide 7 - Diapositive
Zwakke ww regel 1: zoek de stam
We kennen de stam nog van de tegenwoordige tijd. Dit is het hele werkwoord zonder -en
branden - brand
bakken - bak
Slide 8 - Diapositive
Is het dan -de(n) of -te(n)?
1. enkelvoud: stam + te of + de
2. meervoud: stam + ten of + den
Slide 9 - Diapositive
Regel 2: 't ex-kofschip
Om te weten of je -te of -de moet gebruiken hanteren we de regel van 't ex-kofschip of sexy fokschaap.
Als een stam eindigt op één van de medeklinkers uit 't ex-kofschip dan gebruik je -te(n)
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld
Infinitief: horen
stam: hoor
de 'r' zit niet in 't ex-kofschip
dus: hoor, hoorde
Slide 11 - Diapositive
Nog een voorbeeld
infintief: stoppen
stam: stop
de 'p' zit in 't ex-kofschip
dus: stop, stopte
Slide 12 - Diapositive
Soms dubbel d of dubbel t
Als de stam eindigt op een 'd' dan zet je er volgens de regels ook -de(n) achter -> brand -brandde
Als de stam eindigt op een 't' dan zet je er volgens de regels ook -te(n) achter -> zet - zette
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
nu jij
Vervoeg de infinitief naar de juiste verleden tijd
Slide 15 - Diapositive
Wat is goed?
Hij (luisteren) .............. naar de docent.
A
luistert
B
luisterde
C
luisterte
D
luisterd
Slide 16 - Quiz
Zij (wandelen) samen door het park
A
wandelen
B
wandelten
C
wandelden
Slide 17 - Quiz
Monica (bakken) een pizza
A
bakt
B
bakken
C
bakde
D
bakte
Slide 18 - Quiz
Ik (zetten) de bloemen op tafel
A
zet
B
zeten
C
zette
D
zetde
Slide 19 - Quiz
Het huis (branden) volledig af
A
brande
B
branden
C
brandte
D
brandde
Slide 20 - Quiz
Zet in de verleden tijd:
Wij (dromen) van een zonnige vakantie
Slide 21 - Question ouverte
Hij (proberen) de les te snappen.
Slide 22 - Question ouverte
Hij (zetten) de wekker op half zeven
Slide 23 - Question ouverte
Het meisje (kloppen) op de deur
Slide 24 - Question ouverte
De wond (bloeden) hevig.
Slide 25 - Question ouverte
Instinkers: stam eindigt op v/f z/s
Als de stam van een werkwoord eindigt op een v of een z, dan schrijf je de ik-vorm met een f of een s.
Slide 26 - Diapositive
Verhuizen en verven
stam
persoonsvorm
verleden tijd
verhuiz
verhuis
verhuisde
verv
verf
verfde
Slide 27 - Diapositive
Je kijkt dus altijd naar de laatste letter van de stam.
verven -> stam eindigt op 'v'. Deze zit niet in 't ex-kofschip dus in de verleden tijd gebruik je een d.
verhuizen -> stam eindigt of 'z'. Deze zit niet in 't ex-kofschip dus in de verleden tijd gebruik je een d.
Slide 28 - Diapositive
Wat is de goede vorm?
Ik (doven) de kaars
A
doofte
B
dooftte
C
doofdde
D
doofde
Slide 29 - Quiz
de koeien (grazen) in de wei
A
graasden
B
graasdden
C
graasten
D
graastten
Slide 30 - Quiz
Zet in de verleden tijd:
Wij (besteden) veel tijd aan het huiswerk
Slide 31 - Question ouverte
De jongen (bereiden) een heerlijke maaltijd
Slide 32 - Question ouverte
Ilham (stoffen) de kamer
Slide 33 - Question ouverte
De directeur (faxen) de brief
Slide 34 - Question ouverte
De demonstranten (bezetten) het Malieveld
Slide 35 - Question ouverte
Vroeger (leven) de mensen in grotten
Slide 36 - Question ouverte
Zelf aan de slag
NuNederlands 3F deel 2.2
Je doet dit alleen en in stilte.
Ik loop rond voor vragen.
Als je klaar bent, doe je in stilte iets voor jezelf.
We gaan door tot 5 minuten voor tijd.
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Werkwoordspelling verleden tijd
Décembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling verleden tijd
Octobre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling verleden tijd
Octobre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling verleden tijd
Septembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zwakke werkwoorden vervolg (1)
Janvier 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
spelling kofschip
Mars 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
spelling werkwoorden verleden tijd en voltooid deelwoord
Janvier 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4