6.4 Je oog als camera

6.4 Je oog als camera
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

6.4 Je oog als camera

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van deze les
Je kunt de twee soorten lenzen herkennen.

Je kunt uitleggen hoe je oog een scherp beeld maakt.
Je kunt een beeld tekenen dat ontstaat bij een positieve lens.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog een keer even herhalen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 extra kleuren
Er zijn 2 kleuren die wij niet kunnen zien. Onze ogen zijn daar niet geschikt voor. 
Infrarood: IR (staat boven rood in de regenboog)
Ultra violet: UV (staat onder violet in de regenboog)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom witte tenten in de woestijn?
Infrarode straling zorgt voor warmte. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenzen
In alles wat beeld maakt zitten lenzen. Bijvoorbeeld in een verrekijker, vergrootglas, camera of een bril. 

Lenzen zijn van glas of kunststof. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bolle lens is dikker in het midden. 
Een holle lens is dunner in het midden. 
We lezen samen Waarom heeft een camera lenzen? op blz 83

We maken opdracht 1 tm 6. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

holle of bolle lens?
Lens -> Beeld
Een lichtstraal is nog altijd een rechte lijn. Dus door je lijn door het midden van de lens te trekken kun je het beeld omdraaien. Het beeld komt dan op de kop. 
We lezen samen de tekst Hoe maakt een lens een beeld? 

En maken daarna opdracht 7 tm 11. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Oog

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Accommoderen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Oog
We lezen samen Hoe maakt het oog een beeld?

En maken opdracht 12 tm 18. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groot of klein beeld? 
Je krijgt een groot beeld als de afstand tussen de lens en het scherm groter is dan de afstand tussen de lens en het voorwerp. 

Je krijgt een klein beeld als de afstand van het voorwerp tot de lens groot is en de afstand van het beeld tot de lens klein. 

Ja, ik weet het. We lezen het even op blz 87. En maken de laatste opdrachten. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van deze les
Je kunt de twee soorten lenzen herkennen.

Je kunt uitleggen hoe je oog een scherp beeld maakt.
Je kunt een beeld tekenen dat ontstaat bij een positieve lens.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions