Arm en Rijk

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'armoede'?

Slide 2 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het woord 'rijkdom'?

Slide 3 - Carte mentale

Stelling:
Als je arm bent, is dat gewoon je eigen schuld
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz

Stelling:
Echte rijkdom komt niet van geld
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Het feit dat er in Nederland voedselbanken nodig zijn, is een teken van de rijkdom van Nederland
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

De 26 rijkste mensen op aarde hebben samen meer vermogen dan de armste helft van de wereldbevolking: 3,8 miljard mensen

Slide 7 - Diapositive

Er zijn grote verschillen in vermogen tussen arm en rijk. Maar vermogen is eigenlijk het geld dat je overhoudt als je al je uitgaven al gedaan hebt:

Beter is het om te kijken naar het inkomen van mensen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De meest gangbare definitie van extreme armoede wereldwijd is: rondkomen van minder dan 1,90 dollar per dag

Slide 10 - Diapositive

De rijkste 10 procent van Nederland heeft 64 procent van het vermogen in handen. De rijkste 20 procent heeft zelfs 84 procent in handen.

Het grootste deel van het totale vermogen in Nederland, bijna 58 procent, zit in huizen en het zijn dan ook vooral de ouderen die rijk zijn. Zij hebben vaak hun huis al afbetaald, waardoor er geen schuld tegenover hun woningwaarde staat

Slide 11 - Diapositive

Stelling:
Ik vind dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quiz