lrj.1 BI 3.2 toets Thema 5 Stevigheid en beweging KB

Thema7 Stevigheid en beweging

Basisstof 1 t/m 6


1 punt per vraag tenzij anders vermeld. Totaal 26 punten

Je kunt op afbeeldingen inzoomen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema7 Stevigheid en beweging

Basisstof 1 t/m 6


1 punt per vraag tenzij anders vermeld. Totaal 26 punten

Je kunt op afbeeldingen inzoomen

Slide 1 - Diapositive

Bij een goede zithouding is de hoek tussen je bovenbenen en je onderbenen op zijn minst 90 graden.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

De beenderen van een oudere bevatten meer lijmstof dan de beenderen van een kind.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Een spierscheuring kan optreden bij te sterke inspanning
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Een spier zit met pezen aan beenderen vast
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Pezen kunnen zich samentrekken
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De persoon in afbeelding 1 tilt op de goede manier een zwaar voorwerp op
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De borstkas beschermt de darmen
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De heupbeenderen vormen samen met de lendenwervels de bekkengordel.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

De vingerkootjes zijn met elkaar verbonden door gewrichten
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Spier P begint zich samen te trekken.
Welk gewricht beweegt als gevolg hiervan? En zal het gewricht zich buigen of strekken?
A
De enkel beweegt; het gewricht zal zich buigen.
B
De enkel beweegt; het gewricht zal zich strekken
C
De knie beweegt; het gewricht zal zich buigen
D
De knie beweegt; het gewricht zal zich strekken

Slide 11 - Quiz

Welk nummer geeft de handwortelbeentjes aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 12 - Quiz

Welke beenderen vormen samen de schoudergordel?
A
Het borstbeen en schouderbladen
B
Schouderbladen en halswervels
C
De schouderbladen en sleutelbeenderen
D
Het borstbeen en sleutelbeenderen

Slide 13 - Quiz

Aan welke wervels zitten de ribben vast?
A
halswervels
B
borstwervels
C
lendewervels

Slide 14 - Quiz

Welke 4 functies heeft het skelet? Noem er minimaal 2

Slide 15 - Question ouverte

Bij welke van deze beenverbindingen is geen beweging mogelijk?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3

Slide 16 - Quiz

Met welk nummer is de meniscus aangegeven?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 17 - Quiz

Bij een voetbalknie kunnen de kruisbanden ook scheuren. Als de kruisbanden niet zijn beschadigd, maar uitgerekt, van welk type blessure is dan sprake?
A
een kneuzing
B
een ontsteking
C
een spierscheuring
D
een verzwikking

Slide 18 - Quiz

Noem een kenmerk van kraakbeen

Slide 19 - Question ouverte

Welk deel van het skelet heeft een dubbele-S-vorm?

Slide 20 - Question ouverte

Kijk naar het skelet. Benoem de botten die aangegeven zijn met nummer:
2, 4, 8, 10, 16, 18

Slide 21 - Question ouverte

Wat zijn de twee functies van het gewrichtskapsel?
A
De botten op z’n plaats houden en soepel bewegen
B
De botten op z’n plaats houden en gewrichtssmeer maken
C
Gewrichtssmeer maken en soepel bewegen
D
Het heeft maar 1 functie

Slide 22 - Quiz

Noteer de juiste nummers achter de namen.
– gewrichtskapsel ………….
– gewrichtskogel …………..
– gewrichtssmeer …………...
– kraakbeenlaagje ………….

Slide 23 - Question ouverte