Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
How to use a dictionary?
Today
We gaan kijken naar hoe je een woordenboek precies gebruikt, en wat je het beste kunt doen als je een onbekend woord in de tekst tegenkomt.
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Today
We gaan kijken naar hoe je een woordenboek precies gebruikt, en wat je het beste kunt doen als je een onbekend woord in de tekst tegenkomt.
Slide 1 - Diapositive
wat is juist?
eccentric
A
normale
B
rare
C
rommelig
Slide 2 - Quiz
welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder
Slide 3 - Quiz
welke is juist?
A
producten
B
papier
C
afval
Slide 4 - Quiz
welke is juist?
A
waarderen
B
kritiek geven
C
kiezen
Slide 5 - Quiz
welk antwoord is goed?
A
zuinig
B
verspillend
C
geinteresseerd
Slide 6 - Quiz
revulsion / jug / fawn / twinkle / pitfall / artery
Place these words in alphabetic order.
timer
2:00
Slide 7 - Question ouverte
Hoe gebruik je een woordenboek?
Tips:
De woorden staan op alfabetische volgorde.
Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord.
Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.
Slide 8 - Diapositive
Hoe 'lees' je een woordenboek?
Het woord dat je moet opzoeken.
De uitspraak van het woord.
Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt.
Slide 9 - Diapositive
Stam van het woord
It was
extremely
cold outside. > stam = extreme
She
loved
her new phone. > stam = love
That is
unfair
. > stam = fair
They are
talking
too much. > stam = talk
We
went
home after class > stam = go
Slide 10 - Diapositive
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "distinguished" op.
timer
1:00
Slide 11 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "unequivocal" op.
timer
1:00
Slide 12 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "inconspicuous" op.
timer
1:00
Slide 13 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "ludicrous" op.
timer
1:00
Slide 14 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "pasture" op.
timer
1:00
Slide 15 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "obnoxious" op.
timer
1:00
Slide 16 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "witty" op.
timer
1:00
Slide 17 - Question ouverte
Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "hummingbird" op.
timer
1:00
Slide 18 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Using a dictionary
Mars 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
M3 Using a dictionary
Mars 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Using a dictionary
Juin 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Using a dictionary
Novembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Exam 22 Using a dictionary
Février 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Using a dictionary
Avril 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Using a dictionary
Avril 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
M3 Using a dictionary
Mars 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4