4. Samenwerken

 Samenwerken
Doelen:

  • Ik weet wat samenwerken is
  • Ik weet wat nodig is om goed te kunnen samenwerken
  • Ik ken de voordelen van samenwerken
  • Ik leer om samen oplossingen te bedenken


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Samenwerken
Doelen:

  • Ik weet wat samenwerken is
  • Ik weet wat nodig is om goed te kunnen samenwerken
  • Ik ken de voordelen van samenwerken
  • Ik leer om samen oplossingen te bedenken


Slide 1 - Diapositive

 Samenwerken
1. Wat is samenwerken?
2. Wat zijn de voordelen en nadelen van samenwerken?
3. Wat leer je van samenwerken?
4. Wat is daarvoor nodig?
5. Wanneer is samenwerken belangrijk?
6. Groepsopdracht: wat ging goed? wat was moeilijk?
Afronding. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is samenwerken?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is samenwerken?
Samenwerken is wanneer je samen aan een taak werkt.
Je hebt elkaar nodig om het doel te bereiken.

Slide 4 - Diapositive

Voordeel
Nadeel
Gezellig
Sneller klaar: taakverdeling
Samen weet je meer
Inzetten van kwaliteiten
Stimuleren aanmoedigen
Niet alleen beslissen
Alles uitleggen aan elkaar
Rekening houden met tempo van de groep
Afhankelijk van de groep
Ruzie als taak onvoldoende is

Slide 5 - Question de remorquage

Wat leer je van samenwerken?

Slide 6 - Question ouverte

Wat leer je van samenwerken?
1. Je kunt opdrachten of problemen beter oplossen.
2. Je leert van elkaar.
3. Je leert meningen van anderen te respecteren.
4. Je leert oplossingen van anderen te accepteren.
5. Je leert naar anderen te luisteren.
6. Je leert hoe je anderen kunt helpen.

Slide 7 - Diapositive

Wat is nodig om goed te kunnen samenwerken?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is nodig om goed te kunnen samenwerken?
1. Een duidelijke opdracht.
2. Een duidelijke rolverdeling in de groep.
3. Een goede verdeling van taken.
4. Maken van heldere afspraken wie wat doet en wanneer.
5. Hoe willen we dat het eindresultaat eruit ziet. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Bij welk beroep / sport is samenwerken belangrijk?

Slide 14 - Question ouverte

Bij welk beroep / sport is samenwerken belangrijk?
1. Stratenmaker: De ene geeft alles aan, zodat de ander op zijn knieën kan blijven zitten en stenen kan leggen.
2. Badmeester: De een geeft zwemles en de ander houdt alles in de gaten.
3. Treinmachinist en conducteur: Machinist bestuurt de trein en conducteur controleert de kaartjes.
4. Leerkrachten: Verdelen de lessen en overleggen.
5. Voetbalteam: Afspraken over wie verdedigt en wie aanvalt. Ze verdelen de taken.

Slide 15 - Diapositive

Samenwerken
Groepsopdracht: Bekertjes stapelen in piramide.
Wat ging goed?
Wat was moeilijk?

Slide 16 - Diapositive