h4 ne kern-middenstuk uiteenzetting.teams

Welkom H4!

10 minuten lezen

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Terugblik vorige les
   
3. Inleidingen van jullie uiteenzettingen bespreken
4. Kern/middenstuk uiteenzetting
5. Welke bronnen heb je al gevonden m.b.t. boek 3
6. Afsluiting en vooruitblik
   

Noem een manier van inleiden die geschikt is voor een uiteenzetting.

Inleiding- feedback

Kijk in duo's elkaars inleiding na

1. De aandacht van de lezer wordt getrokken                                             o/v/g

2. Het onderwerp wordt boeiend geïntroduceerd                                   o/v/g

3. De tekststructuur wordt aangekondigd                                                   o/v/g

4. De tekst is geschreven in foutloos Nederlands                                    o/v/g

5. De inleiding heeft een logische volgorde (is samenhangend)      o/v/g

Geef één top en één tip

Kern / middenstuk van een uiteenzetting

Doel: Je leert hoe de kern / het middenstuk van een uiteenzetting eruitziet. 

Waar of niet waar?

Het middenstuk van een uiteenzetting is afhankelijk van de tekststructuur. A

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?

In elke alinea staat een kernzin in een uiteenzetting.A

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?

In een uiteenzetting gebruik je veel redengevende signaalwoorden. B

1. waar
2. niet waar

Lees met je buur de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken?
Bedenk voor elke alinea in het middenstuk een passend tussenkopje. Antwoord:
2: het nemen van wraak
3: rechtvaardigingsgrond
4: een succesvol beroep op noodweer
5: noodweerexces

Bekijk nog eens de uiteenzetting Hoeveel geweld mag je tegen een aanvaller gebruiken? samen met je buur. Hoe is elke alinea opgebouwd? Maak in je antwoord gebruik van de termen: kernzin, toelichting/voorbeeld, signaalwoord.
Ant: Elke alinea begint met de kernzin. Vervolgens wordt er in de rest van de alinea toelichting en/of voorbeelden gegeven bij de kernzin. Bij voorkeur begint ook elke alinea met een (opsommend) signaalwoord, maar dat is helaas bij deze tekst niet het geval.

Welke tekststructuren passen het beste bij een uiteenzetting?
ABCD (dus allemaal), A gaan we gebruiken

1. aspecten
2. verleden-heden-toekomst
3. (verschijnsel)verklaring
4. vraag-antwoord

Ik weet nu hoe de kern/het middenstuk van een uiteenzetting eruitziet.

1. ja
2. nee
3. zo ongeveer

Waar of niet waar?

Tussenkopjes zijn passend in een uiteenzetting.
A

1. waar
2. niet waar

Aan de slag & huiswerk

1. Laat je bronnen controleren-- morgen definitieve bronnen inleveren

2. Oefen met het middenstuk van je uiteenzetting, waarin je verschillende aspecten van je boek behandelt, zoals het thema, de personages, het perspectief en de structuur.  Werk één aspect  uit, staaf je uitleg met voorbeelden uit je boek. Bedenk een passend tussenkopje  (max 100 woorden). Neem dit geprint mee naar de les!

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: Morgen 12 maart

• Huiswerk: Definitieve bronnen op papier meenemen; 

    een aspect van het middenstuk uitschrijven en meenemen

+ leren theorie uiteenzetting (zie LessonUps op Teams)

• Meenemen: leesboek, laptop, pen, schrift
• Programma: uiteenzetting slot

h4 ne kern-middenstuk uiteenzetting.teams