toets passé composé imparfait

• Frans
• Secundair onderwijs

Presentatie toets imparfait/passé composé 

(/30 pt.)

Leerplannummer en -link

LEERPLAN EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

Leerplannummer: OO-2021-002 

https://pro.g-o.be/blog/Documents/Leerplan%20A-stroom%20basisvorming.pdf

pro.g-o.be

LEERPLANDOEL(en)

3.7 - De leerlingen gebruiken het inzicht in de belangrijkste regels en kenmerken van vreemde talen als taalsystemen ter ondersteuning van hun communicatieve handelingen.

COGNITIEVE LESDOELEN

1- Les élèves savent reconnaître correctement l'imparfait et le passé composé dans une histoire du passé. (connaître)

2- Les élèves savent employer correctement employer l'imparfait et le passé composé dans une histoire du passé.

[De volgende invuloefening wordt ook  op papier afgedrukt voor de leerlingen.]

1.) INVUL-VERHAALTJES (/25 pt.) 

INSTRUCTIE

*Vul de  juiste werkwoordsvorm  (in de beide invul-verhaaltjes uit het verleden)  in .

*Je mag het (digitaal) woordenboek gebruiken.

Exercice 1 

Exercice 2

2.) MEERKEUZEVRAGEN( / 5pt.) 

INSTRUCTIE

Jullie krijgen nu een video aangeboden ("Snack Attack").

Tussenin worden meerkeuzevragen gesteld i.v.m. het correct gebruik van de tijden (PS of imparfait.)

Kies het juiste antwoord!  

[De leerlingen vullen hun antwoorden in op een afgeprint blad.]

 De leerkracht stelt de video zo in dat enerzijds tijdens de toets-les het juiste antwoord  niet zichtbaar  is voor de leerlingen, 

maar  dat anderszijds nadien bij het nakijken via de verbeteringssleutel de antwoorden uiteraard wél  zichtbaar  worden. 

De leerlingen vullen de volgende antwoorden ook in op het afgeprinte blad.

00:20

Il était une fois ... une vieille dame dans une gare d'autobus. Elle (avoir) une petite faim ....

1. avait
2. a eu

01:20

Tout à coup, le garçon (prendre) un biscuit!!

1. a pris
2. prenait

02:42

Soudainement, la dame (prendre) les biscuits dans sa main.

1. écrasait
2. a écrasé

03:11

Tout d'un coup, elle (voir) son vrai paquet de biscuits dans son sac!

1. a vu
2. voyait

03:56

Puis, le train (partir) et le garçon (jeter) le paquet vide dans la poubelle.

1. est parti / a jeté
2. partait/jetait

As-tu trouvé le test difficile?

pas du tout

plutôt non

moyennement

plutôt oui

tout à fait

Tu crois avoir réussi pour le test?

pas du tout

plutôt non

moyennement

plutôt oui

tout à fait

VERBETERINGSSLEUTEL  

1.) Invulverhaaltjes

 

VERBETERSLEUTEL : VIDEO

Quizvraag 1 : a

Quizvraag 2 : a

Quizvraag 3 : b

Quizvraag 4 : a

Quizvraag 5 : a

00:20

Il était une fois ... une vieille dame dans une gare d'autobus. Elle (avoir) une petite faim ....

1. avait
2. a eu

01:20

Tout à coup, le garçon (prendre) un biscuit!!

1. a pris
2. prenait

02:42

Soudainement, la dame (prendre) les biscuits dans sa main.

1. écrasait
2. a écrasé

03:11

Tout d'un coup, elle (voir) son vrai paquet de biscuits dans son sac!

1. a vu
2. voyait

03:56

Puis, le train (partir) et le garçon (jeter) le paquet vide dans la poubelle.

1. est parti / a jeté
2. partait/jetait

(+ Under construction ):  100% digitaal via het alleen-gebruik van Lesson-Up zélf als toets-tool ! 

(De invuloefening (verhalen) wordt dan uiteraard vertaald naar Lesson-Up format)

https://lessonUp.app/invite/group/eypnf

(code eypnf)

Klas 4A ...)