Keuzevak plant leerjaar 2

Keuzevak plant leerjaar 2
Inhoud:     les    1. Bollen en knollen
                     les    2. Nuttige diertjes
                     les    3. Soorten planten en hun verzorging.
                     les    4. Rekengroen Tuincentrum (op papier)
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Keuzevak plant leerjaar 2
Inhoud:     les    1. Bollen en knollen
                     les    2. Nuttige diertjes
                     les    3. Soorten planten en hun verzorging.
                     les    4. Rekengroen Tuincentrum (op papier)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Wat kun je met het vak plant!
Soorten en hun kenmerken!
Plantenkennis!
Praktijkopdrachten en rekenen.

Slide 2 - Diapositive

Les 1 Bollen en Knollen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoe kan je een bol onderscheiden van een knol?
A
Een knol heeft een onregelmatige vorm
B
Een knol heeft een ronde vorm
C
Een bol heeft een ronde vorm
D
Een bol heeft een onregelmatige vorm

Slide 5 - Quiz

Wat is de naam van een bolgewas dat bekend staat om zijn geurige bloemen in de lente?
A
Lelie
B
Tulp
C
Zonnebloem
D
Roos

Slide 6 - Quiz

Waar worden tulpen verbouwd in Nederland?
A
Noord-Holland
B
Groningen
C
Zeeland
D
Limburg

Slide 7 - Quiz

Hoe vermeerderen tulpen zich?
A
Door het vormen van bollen en zaad
B
Door het vormen van wortels en bladeren

Slide 8 - Quiz

Wat kan er gebeuren als tulpen op dezelfde plek worden geplant?
A
De kleuren van de tulpen worden helderder
B
De tulpen bloeien langer
C
De tulpen groeien sneller
D
Bodemziekten kunnen zich verspreiden

Slide 9 - Quiz

Wat is het oogstseizoen voor tulpenbollen?
A
Tijdens de lente
B
Tijdens de winter
C
Tijdens de zomermaanden
D
In de herfstperiode

Slide 10 - Quiz

Welk bolgewas eet je gebakken of met jus?
A
Wortel
B
Ui
C
Aardappel
D
Prei

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat is de eerste stap in het telen van aardappels?
A
Het water geven van de aardappelplanten
B
Het oogsten van de aardappels
C
Het planten van aardappelknollen in de grond
D
Het koken van de aardappels

Slide 13 - Quiz

Wat is een pootaardappel?
A
Een aardappel die groeit in warme klimaten.
B
Een aardappel met een specifieke vorm.
C
Een aardappel die wordt gebruikt om te planten.
D
Een aardappel die alleen voor consumptie is.

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt een pootaardappel gebruikt?
A
Om te koken en te eten.
B
Voor de productie van aardappelchips.
C
Om nieuwe aardappelplanten te laten groeien.
D
Als ingrediënt in salades.

Slide 15 - Quiz

Wanneer worden aardappels normaal gesproken geoogst?
A
In de winter
B
In de lente
C
In de zomer
D
In de herfst

Slide 16 - Quiz

Met welke machine worden aardappels geoogst?
A
hark
B
tractor
C
ploeg
D
aardappelrooier

Slide 17 - Quiz

Les 2.
Nuttige Diertjes

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Welke insecten zijn bestuivers in de moestuin?
A
Hommels
B
Zweefvliegen
C
Bijen
D
Vlinders

Slide 21 - Quiz

Hoe kunnen bestuivers worden aangetrokken in de moestuin?
A
Aanplanten van bloeiende planten
B
Creëren van diverse schuilplaatsen
C
Gebruik van natuurlijke lokstoffen
D
Antwoorden ABC zijn allemaal goed

Slide 22 - Quiz

Wat is de rol van regenwormen bij compostering in de moestuin?
A
Ze produceren giftige stoffen in de compost
B
Ze breken organisch materiaal af en verrijken de compost
C
Ze vertragen het composteerproces
D
Ze trekken ongedierte aan naar de composthoop

Slide 23 - Quiz

Wat eten regenwormen in de moestuin?
A
Insecten en kleine dieren
B
Suiker en zout
C
Organisch materiaal en plantenresten
D
Stenen en plastic afval

Slide 24 - Quiz

Welk dier eet slakken in de tuin?
A
Hond
B
Egel
C
Kat
D
Vogel

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Zijn motten schadelijk voor snijbloemen?
A
Ja, motten kunnen snijbloemen beschadigen.
B
Soms, motten kunnen sommige snijbloemen beschadigen.
C
Nee, motten zijn onschadelijk voor snijbloemen.
D
Nee, motten hebben geen invloed op snijbloemen.

Slide 27 - Quiz

Hoe veroorzaken motten schade aan gewassen?
A
Ze geven gewassen extra voedingsstoffen
B
Ze beschermen gewassen tegen plagen
C
Ze hebben geen invloed op gewassen
D
De rupsen vreten aan de bladeren en vruchten

Slide 28 - Quiz

Welk effect hebben mottenlarven op gewassen?
A
Ze vergroten de opbrengst van gewassen
B
Ze maken gewassen resistenter tegen ziektes
C
Ze verminderen de opbrengst van gewassen
D
Ze hebben geen invloed op de opbrengst

Slide 29 - Quiz

Hoe vangt een drone een mot?
A
Een drone vangt een mot door erop af te vliegen.
B
Een drone vangt een mot door snel te manoeuvreren.
C
Een drone vangt een mot met behulp van speciale sensoren.
D
Antwoorden A,B,C zijn allemaal juist.

Slide 30 - Quiz

Les 3.
a. Plantenkennis 2 
b.Soorten planten en hun verzorging.

Slide 31 - Diapositive

Les 3a. 

Plantenkennis 2 

Slide 32 - Diapositive

Plantenkennis 2
*Je krijgt een werkblad van de docent. 

* vul de Nederlandse namen in uit het lijstje onder de afbeeldingen.

*weet je het niet vraag het een klasgenoot of Google.
 

Slide 33 - Diapositive

Les 3b.
Soorten planten en hun verzorging.

Slide 34 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een bloeiende plant?
A
Ficus
B
Cactus
C
Roos
D
Varen

Slide 35 - Quiz

Welke van de volgende kamerplanten bloeit niet?
A
Aloë vera
B
Kalanchoë
C
Varen
D
Begonia

Slide 36 - Quiz

Welke tuinplant is bekend om zijn geurende bloemen?
A
Hosta
B
Fuchsia
C
Lavendel
D
Sedum

Slide 37 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende kruidenplant in de Italiaanse keuken?
A
Rozemarijn
B
Munt
C
Basilicum
D
Peterselie

Slide 38 - Quiz

Welke kruidenplant wordt vaak gebruikt in Aziatische gerechten?
A
Kaneel
B
Koriander
C
Knoflook
D
Tijm

Slide 39 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een vaste tuinplant? (2 antwoorden)
A
Basilicum
B
Lavendel
C
Tomaat
D
Rozen

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Lien

Je hebt de site van mooi wat planten doen bekeken. Kies 3 soorten planten en zoek daarbij de verzorging en aantal kenmerken.

Slide 42 - Question ouverte

les 4
a. Rekengroen: Het tuincentrum.
b. Bezoek een Tuincentrum.

Slide 43 - Diapositive

Les 4a. 

Rekengroen: Het tuincentrum.

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

4b.Bezoek een tuincentrum.

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo

Werkblad bezoek een Tuincentrum

Slide 49 - Diapositive