PA1.6 oefentoets

PA1.6 oefentoets
havo 2
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

PA1.6 oefentoets
havo 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is het DOEL van vandaag?
checken of je
  • de woordenschat van PA1.6 beheerst
  • het onderscheid tussen ser, estar en hay beheerst
  • de presente perfecto beheerst

Slide 2 - Diapositive

Oefen je kennis
woordenschat PA1.6

Slide 3 - Diapositive


Schrijf de vertaling op van het rode woord. No hay olas.

Slide 4 - Question ouverte


Schrijf de vertaling op van het rode woord. En la maleta tengo una linterna.

Slide 5 - Question ouverte


Schrijf het juiste Spaanse woord op. 
Llueve mucho. Hay que llevar un ______________. 

Slide 6 - Question ouverte


Schrijf het juiste Spaanse woord op. 
Hay que escribir. Necesito papel y un ______________. 

Slide 7 - Question ouverte


Schrijf de 3 juiste woorden op + lidwoord. 
El día consta de tres partes: _____, _____ y _____.

Slide 8 - Question ouverte


Voy a la playa. 
Noem drie Spaanse dingen + lidwoord die je normaalgesproken meeneemt.

Slide 9 - Question ouverte


Estoy en la playa. 
Noem twee Spaanse activiteiten die je daar normaalgesproken doet.

Slide 10 - Question ouverte

Oefen je kennis
ser, estar y hay PA1.6

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

¿Ser of Estar?
locatie
A
ser
B
estar

Slide 13 - Quiz

¿Ser of Estar?
uiterlijke kenmerken
A
ser
B
estar

Slide 14 - Quiz

Ser of estar?
beroep
A
ser
B
estar

Slide 15 - Quiz

Ser of estar?
gemoedstoestand
A
ser
B
estar

Slide 16 - Quiz

Ser of estar?
tijdstippen, momenten
A
ser
B
estar

Slide 17 - Quiz

¿Hay, Ser o Estar?
"En el camping ___________ tiendas".
A
están
B
son
C
hay
D
estar

Slide 18 - Quiz

¿Hay, Ser o Estar?
"La recepción ___________ aquí".
A
está
B
es
C
hay
D
estás

Slide 19 - Quiz

¿Hay, Ser o Estar?
" ___________ las ocho y veinticinco".
A
están
B
es
C
hay
D
son

Slide 20 - Quiz

Oefen je kennis
presente perfecto PA1.6

Slide 21 - Diapositive

je moet 4 Spaansewerkwoorden met onregelmatig deelwoord kennen 

Slide 22 - Diapositive

De presente perfecto gebruik je om iets te vertellen over:
A
het heden
B
het verleden
C
de toekomst
D
alledrie

Slide 23 - Quiz


De presente perfecto bestaat uit _____ onderdelen. Schrijf het juiste getal op.

Slide 24 - Question ouverte

de "presente perfecto" maak je door...
A
een vorm van haber + stam ww + ado/ido
B
een vorm van ir + a + hele ww
C
een vorm van estar + stam ww + ando/iendo
D
een vorm van tener + ado

Slide 25 - Quiz

Vervoeg in de perfecto:
ir (ellas)
A
Ha iro
B
Hemos iro
C
Han ido
D
Habéis ido

Slide 26 - Quiz

Vervoeg in de perfecto:
Tú (escribir)
A
he escribido
B
ha escrito
C
has escribido
D
has escrito

Slide 27 - Quiz

Vertaal met de perfecto:
"wij hebben gezegd"
A
hamos decido
B
hemos dicho
C
hemos decido
D
hamos dicho

Slide 28 - Quiz


Vertaal het werkwoord en maak de presente perfecto.
Mi amigo Juan _____ (invullen) el formulario.

Slide 29 - Question ouverte

Me llamo Javier, vivo en Lima, Peru
me gusta estudiar español
Mis compañeros y yo siempre hacemos los deberes
también vamos a Sevilla
hoy empezamos la segunda clase de este año
Soy Javier, he vivido en Lima, Peru

me ha gustado estudiar español
hemos hecho los deberes
hemos  ido a Sevilla
hemos empezado la segunda clase de este año

Slide 30 - Question de remorquage

Oefen luistervaardigheid
klik naar de volgende dia

Slide 31 - Diapositive

Klik op het audiofragment, luister en sleep de uitspraken naar Verdadero of Falso.
Verdadero
Falso
Cristina vraagt waar de meisjes zijn.
Marta is haar rugzak vergeten.
Marta is dol op surfen.

Slide 32 - Question de remorquage

je gaat met 1 klik naar...
de laatste vraag!

Slide 33 - Diapositive

¿Qué tal ha ido el oefentoets?
Ben je klaar voor de echte toets?
A
Muy bien
B
Bien
C
Mwah
D
Mal

Slide 34 - Quiz

9 februari: Toets PA1.6  
Je kent/kunt toepassen:
- vorm en gebruik presente perfecto (voltooide tijd): haber + deelwoord regelmatig en 4x onregelmatig deelwoord 
- vorm en onderscheid tussen verschillende vormen van 'zijn': ser, estar y hay
- voc PA1.6: 6.1 t/m 6.4 S/N en N/S
- je bent in staat Spaanse zinnen te maken met de geleerde grammatica en woorden van PA1.6
 Zie classroom voor extra informatie, links naar gram, links naar ejercicios

Slide 35 - Diapositive