H2.4 3v +2.5 start

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Chemische reacties 

Wat gaan we doen?

• Herhalen 2.4
• Starten 2.5

Plenda

Woensdag 6-12 

2.4 opdracht 47 + 2.5 : 48, 50, 51, 52

Donderdag 7-12

Voorbereiden practicum. Krijg je in de les

Woensdag 13-12

2.5 maken  53 t/m 56 +58

 

Doelen §2.4

• Kenmerk van ontledingsreactie
•  3 soorten ontledingsreacties kennen
• Ontleding van water (toestel van hoffman)

Zilverchloride ontleedt in zilver en chloor onder invloed van zonlicht.
Is deze reactie een thermolyse, elektrolyse of fotolyse?

1. Thermolyse
2. Elektrolyse
3. Fotolyse

Ontledingsreactie?

1. ja
2. nee

Hoe heet de ontledingsreactie die in de tekst is beschreven?

Geef het reactieschema van de fotolyse van zilverchloride

Thermolyse is een ontledingsreactie met ........

1. Zuurstof
2. Warmte
3. Licht
4. Elektriciteit

Wat is geen ontledingsreactie?

1. water (l) -> zuurstof (g) + waterstof (g)
2. koperchloride (l) -> koper (s) + chloor (g)
3. waterstofperoxide (l) -> water (l) + zuurstof (g)
4. natrium (s) + chloor (g) -> natriumchloride (s)

Bij de fotolyse van waterstofperoxide ontstaan water en zuurstof. Ik laat 20 gram waterstofperoxide ontleden. Na afloop is de massa kleiner dan 20 gram.
Leg uit hoe dit kan

Een oranjekleurige vaste stof wordt in een reageerbuis verwarmd. Tijdens het verwarmen wordt regelmatig een gloeiende houtspaander in de opening van de buis gehouden. De houtspaander begint dan steeds te branden. Na afloop zit er een zilverkleurig metaallaagje aan de binnenkant van de buis.
a Wat voor soort ontledingsreactie vindt hier plaats?
b Welke stof heb je met de houtspaander aangetoond?

Geef de kloppende reactievergelijking van de ontleding van zilverchloride (AgCl (aq)) daarbij ontstaat een gas en een vaste stof . Het gas heeft een hele herkenbare geur

§2.4

3 ontledingsreacties

• fotolyse = licht
• elektrolyse = elektriciteit
• thermolyse = warmte 
  
  

Lyse= ontleding

Doelen §2.5

• Kenmerken van verbrandingsreactie kennen 
• weten wat oxides zijn 
• Verschil tussen volledige en onvolledige verbranding kennen 

§2.5

Verbrandingsreactie = altijd met ZUURSTOF 

3 voorwaardes voor brand :

1= zuurstof

2= ontbrandingstemperatuur 

3= brandstof 

§2.5

oxides= stoffen die vrijkomen bij verbranding

Bevatten altijd ZUURSTOF 

Koolwaterstof = stof die uit koolstof (C) en waterstof (H) bestaat 

CO​2​​

C​2​​H​6​​

§2.5

Bij volledige verbranding van koolwaterstof (C &H) ontstaat altijd water en koolstofdioxide 

CH​4​​(g)+2O​2​​(g)→CO​2​​(g)+2H​2​​O(l)

§2.5

Bij onvolledige verbranding van koolwaterstof (C&H) ontstaat altijd water en koolstofmonoxide = CO 

2CH​4​​(g)+3O​2​​(g)→2CO(g)+4H​2​​O(l)

Aan het werk 

lezen §2.5

2.4 opdracht 47 

 2.5 : 48, 50, 51, 52