Havo paragraaf 3.2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Pak je laptop voor je, jas uit, tas van tafel,

telefoon weg, kauwgom uitgespuugd

Pak je laptop voor je, jas uit, 

tas van tafel, telefoon weg, kauwgom uitgespuugd

Vandaag

Terugblik paragraaf 3.1

Uitleg paragraaf 3.2

Opgaven 3.1 & 3.2 (af)maken 

Lesafsluiting

Wat is GEEN neerslag?

1. Regen
2. IJzel
3. Sneeuw
4. Hagelslag

Wanneer je in de winter uitademt,
zie je waterdamp

1. Waar
2. Niet waar

In welke fase bevindt water zich bij:
dauw?

1. Vloeibaar
2. Gas
3. Plasma
4. Vast

In welke fase bevindt water zich bij:
rijp?

1. Vloeibaar
2. Gas
3. Plasma
4. Vast

In welke fase bevindt water zich bij:
ijzel?

1. Vloeibaar
2. Gas
3. Plasma
4. Vast

Leerdoelen vandaag

1. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe deze werkt
2. je kunt uitleggen wat het meetbereik van een thermometer is
3. Je kunt een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water
4. Je kunt beschrijven hoe je de temperatuur van lucht om je heen kunt meten
5. Je kunt uitleggen wat een digitale thermometer is

De vloeistofthermometer

Hoe werkt dat?

Vloeistof wordt groter bij verwarmen

Vloeistof wordt kleiner bij afkoelen

De vloeistof kan alleen omhoog

Dunne buis!

Graden Celsius

Schaalverdeling maken

Twee ijkpunten (punten die niet veranderen)

Bij Celsius: 0°C & 100°C  --> Water!

Laagste tot hoogste temperatuur op thermometer = meetbereik

1,5 m boven een kort gemaaid grasveld in een witgeschilderde kast

Digitale thermometer

Werkt met een sensor

Sensor zet temperatuur om in een elektrisch signaal

Electronica zet dit signaal om in een getal

Aan de slag

Maak de opgaven van paragraaf 3.1 af (1 t/m 11)

Maak de opgaven van paragraaf 3.2 (1 t/m 12)

Klaar met de opgaven:

Vat paragraaf 3.1 & 3.2 in je eigen woorden samen

Leg in maximaal 4 zinnen uit waarom je een hogere temperatuur afleest in een vloeistofthermometer als het warmer wordt.