breuken 1F/2F/3F

breuken 1F/2F/3F
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeISKMiddelbare school

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

breuken 1F/2F/3F

Slide 1 - Diapositive

Een breuk geeft aan dat iets niet meer heel is.
Verschillende breuken

Slide 2 - Diapositive

53

Slide 3 - Diapositive

Vereenvoudig de breuk


153

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Welke breuk is er getekend op het plaatje?
A
5/1
B
1/5
C
1/4
D
1/6

Slide 6 - Quiz

Welke breuk zie je op de afbeelding?
Schrijf het met een schuine streep (bijvoorbeeld 1/2)

Slide 7 - Question ouverte

Hoe heet het bovenste getal van een breuk?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heet het onderste getal van een breuk?

Slide 9 - Question ouverte

Een ander woord voor 1/2 is.....
A
een kwart
B
de helft

Slide 10 - Quiz

Theorie op blz. 111(1F)/ blz. 104 + 105(2F)/ blz. 74(3F) 
Als de teller en de noemer even groot zijn, betekent dat je 1 eenheid hebt.
3    = 1 
3

Als de teller groter (>) is dan is dan de noemer, betekent dit dat er 1 eenheid in zit:
4    =  1 en     1  
3                      3

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Samengestelde breuk
Een breuk die dus groter is dan 1 (eenheid) noem je een samengestelde breuk!
Je telt dan dus 1 of meer eenheden plus nog een breuk:
16   
3         

Hoe vaak past de 3 in de 16
16:3= 5 (we houden er 1 over) dat is dus  1   
                                                                                    3
5    1  
     3

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten
BOEK: 1F
blz 98 t/m
opdracht 1ab, 2, 4ab, 5

BOEK: 2F vo 
blz. 102 t/m 107
opdracht 2 t/m 6

Boek: 3F
blz. 74/75
opdracht 1, 2 + Theorie 2 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

BREUKEN LES 2

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
  • je weet wat een GELIJKWAARIGE breuk is
  • je kunt een breuk VEREENVOUDIGEN

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

blz. 117 theorie(1F)
Blz. 107 theorie(2F)
blz. 77 theorie(3F)

GELIJKWAARDIGE breuken
Hierin zit het woord GELIJK  en WAARDIG
GELIJK betekent HETZELFDE
WAARDIG betekent DE WAARDE
samen betekent het dus HETZELFDE WAARD

2 muntjes van 50 cent zijn hetzelfde waard als 1 euro

Slide 21 - Diapositive

Breuken vereenvoudigen

Een breuk VEREENVOUDIGEN betekent dat je een breuk zo makkelijk mogelijk op gaat schrijven.

Hoe kleiner de NOEMER, hoe minder (breuken) stukjes heb je....

Dit doe je door de TELLER en de NOEMER door hetzelfde getal te DELEN.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Tip: 
Meestal deel je teller en noemer door 2, 3, 4 of 5
42
21
:2
:2

Slide 24 - Diapositive

Vereenvoudig de breuk


124

Slide 25 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk


129

Slide 26 - Question ouverte

Sleep de juiste breuken naar elkaar.
4
6
3
9
12
6
6
4
1   2
    4
2
 1  
 3
2
3

Slide 27 - Question de remorquage

Opdrachten
Boek 1F
blz. 101 opdracht 6 t/m 13

Boek 2F
blz. 109 opdracht 8, 9, 10

Boek 3F
blz. 76 opdracht 3, 4 + theorie 3

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:
2       en     12
               8
Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar optellen of aftrekken.   
              
De NOEMER blijft altijd gelijk!

De uitkomst VEREENVOUDIG je zover mogelijk. 14   =  1   6 =  1   3
                                                                                                    8             8         4

Slide 30 - Diapositive

Opdrachten
boek 1F
blz. 108 opdracht 14 t/m 21

boek 2F
blz. 110 t/m 112 opdracht 11, 12, 13

boek 3F
blz. 77 opdracht 5 t/m 14

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Lien