Spelling blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Spelling

Lezen: 10 minuten in stilte

Sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden (klankveranderend)

- Veranderen van klank in de verleden tijd. 

Voorbeelden:
ik mag - ik mocht
ik neem - ik nam

Opdracht 2: bespreking

Zwakke werkwoorden (klankvast)

- Veranderen NIET van klank in de verleden tijd

- Voorbeelden: 
Ik bak - ik bakte
Ik maak - ik maakte 

Zwakke werkwoorden

- Krijgen in de verleden tijd -te(n) of -de(n) op het eind. 

- Hoe bepaal je nou welke van de twee je moet hebben?

't kofschip 

Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip? --> ik-vorm + te(n)
Is de laatste letter van de stam GEEN medeklinker uit 't kofschip?

--> ik-vorm + de(n)

Ik ... het nieuwe recept

1. proefde
2. proefte

Ik ... mijn vriendje

1. Dumpte
2. Dumpde

Jij ... toen je het grapje hoorde

1. Grijnsde
2. Grijnste

De criminelen ... de neus van de politieman kapot

1. Stompden
2. Stompten

Maken: Opdracht 4 en 5

Blz 80 en 81