week 6 mb/MBT Convenience producten, oliën, vetten en broodbeleg

• Horeca
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 5

H 11 Convenience producten, oliën, vetten en broodbeleg

H 11. Wat ga je deze les leren

• Wat is convenience?
• Wat zijn bindmiddelen?
• Wat zijn conserven?
• Oliën en vetten
• Broodbeleg

Wat zijn convenience producten?

• Half fabricaten
• (=kant-en klaar producten) 

Bindmiddelen:

• (= maakt een vloeistof dik, of een pudding stevig)
• Gelatine
• Rouxkorrels
• Maizena
• Xantana 

Conserven

• (= producten uit blik of pot)
• Voorbeelden:
• Augurk, boontjes, zoute haring, kersen, wortelen, mais, doperwten, enz enz

Salades

• Tonijn salade
• Huzarensalade
• Zalm salade
• sla met dressings

Oliën en vetten

• Waarvoor gebruik je het?
• bakken, frituren, in salades als dressing, beleg op brood

Oliën

• Waar halen ze olie uit?
• Olijven
• Zonnebloempitten
• Druivenpitten
• Pinda's
• Noten

Margarine

• Wat is Margarine?
• Vet van zaden of planten, water, melk.
• Verschil roomboter en margarine?
• Plantaardig / dierlijk.
• Toepassing:
• smeren, in recepten, om te bakken.

Broodbeleg

Zuivel

Vis

vlees

• Jonge kaas
• Oude kaas
• Roomkaas
• Kruidenkaas 

• Gerookte zalm
• Gerookte paling
• Tonijn
• Rivierkreefjes 

• Ham
• Salami
• Kipfilet
• Filet American 

Einde H 11

Convenience, oliën, vetten, Broodbeleg