Quiz jagers en verzamelaars

Quiz Jager-verzamelaars
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare school

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz Jager-verzamelaars

Slide 1 - Diapositive

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 2 - Quiz

Waar leefden de eerste boeren?
Kies de juiste letter
timer
0:20
A
Midden-Oosten en Noord-Afrika
B
Midden-Oosten en Europa
C
Noord-Afrika en Europa
D
Europa en Azie

Slide 3 - Quiz

Wat is juist?
A
De Cro-magnonmens is een homo sapiens
B
De Neanderthaler is een homo sapiens

Slide 4 - Quiz

Australopithecus
Homo habilis
Homo erectus
Homo neanderthalensis
Homo sapiens

Slide 5 - Question de remorquage

De tijd van onze vroegste voorouders noemen we de steentijd, waarom?
Kies de 2 juiste antwoorden
A
Omdat de eerste mensen in grotten woonden
B
Omdat de overblijfselen uit deze tijd van steen zijn
C
Omdat werktuigen en wapens van steen werden gemaakt
D
Omdat ze stenen gebruikten om op te schrijven

Slide 6 - Quiz

Een andere naam voor deze periode is de prehistorie.
Wat past bij de prehistorie?
A
Tijd waarin mensen het schrift gebruiken
B
Geschreven bronnen
C
Ongeschreven bronnen
D
Tijd waarin mensen geen schrift hebben

Slide 7 - Quiz

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 8 - Quiz

Wat hoort NIET bij Jagers en verzamelaars
A
Vissen vangen
B
Paddenstoelen plukken
C
Eieren zoeken
D
Geiten houden

Slide 9 - Quiz

wat hoort NIET bij nomaden?
A
Tenten en hutten
B
Rondtrekken
C
Jagen en verzamelen
D
Voorraad potten

Slide 10 - Quiz

De grotten in Lascaux (Frankrijk) zijn een
A
Historische bron
B
Geschreven bron
C
ongeschreven bron
D
Historische ongeschreven bron

Slide 11 - Quiz

De grotten in Lascaux (Frankrijk) zijn een
A
Historische bron
B
Geschreven bron
C
ongeschreven bron
D
Historische ongeschreven bron

Slide 12 - Quiz

Een kleitablet uit de steentijd is een

A
Geschreven bron
B
ongeschreven bron
C
Historische geschreven bron
D
Historische ongeschreven bron

Slide 13 - Quiz

Een historicus bestudeert geschreven bronnen
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Een Archeoloog bestudeert ongeschreven bronnen
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Ötzi is een historische ongeschreven bron.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Ötzi leefde in de historie?
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Een nomade had een vaste verblijfplaats
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Het maken van vuur was een grote verandering.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Een pijlpunt is een geschreven bron
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

Een hut kon in de prehistorie van botten zijn gemaakt
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Toen de mensen het schrift ontdekten, betekende dit het einde van de ...
A
Historie
B
Geschiedenis
C
Prehistorie
D
Steentijd

Slide 23 - Quiz

⇒Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen

Slide 24 - Quiz

⇒Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek rondtrekken veel spullen
B
hut of grot boerderij weinig spullen
C
rondtrekken veel spullen hut of grot
D
rondtrekken hut of grot weinig spullen

Slide 25 - Quiz