Nederlands B1 - week 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands B1 - week 3

STRUX en een brief

WAT LEER JE VANDAAG?

• Hoe je hoofdletters en leestekens in een brief verwerkt;
• Het vergroten van je woordenschat middels STRUX

Waarom gaan we dat doen?

Hoe gaan we dat doen?

• Deel 1: werken in STRUX;
• Deel 2: het schrijven van een brief 

DEEL 1

• Techniekprofielen: hoofdstuk 5 'milieu en veiligheid' (STRUX economie);
  
• Logistiek: hoofdstuk 3 'werken in de winkel'

Deel 2: hoofdlettergebruik

BEDENK EEN SITUATIE WAARIN HET HANDIG IS OM HET GEBRUIK VAN LEESTEKENS TE BEHEERSEN

Een hoofdletter schrijf je aan het begin van een zin.

1. waar
2. niet waar

De naam van een persoon schrijf je met een hoofdletter, maar de titel van een boek met een kleine letter.

1. waar
2. niet waar

De namen van de seizoenen schrijf je met een hoofdletter.

1. waar
2. niet waar

Wat is de juiste schrijfwijze?

1. DUO
2. D.U.O.

NOEM ENKELE LEESTEKENS

WAT IS HET DOEL VAN EEN KOMMA IN EEN ZIN?

JE PLAATST EEN KOMMA...

• op de plek waar je even pauze neemt in de zin;
• bij een opsomming;
• tussen twee persoonsvormen;
• voor woorden die twee zinnen koppelen (maar, want, zodat)

Wanneer gebruik je een vraagteken en wanneer een uitroepteken?

EVEN WEER WAT THEORIE

de apostrof

En weer aan de slag

maak oefening 4 tot en met 7 > 20 minuutjes!

TERUGBLIK

• Waarom zijn leestekens belangrijk?;
• Welke leestekens heb je geleerd?;
• Wat vind je nog lastig?