year 7 - Plein 16

• NT2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Plein 16

We gaan werken met een nieuw boek: Plein 16. 

Dit zijn verschillende opdrachten:

• luisteropdrachten
• leesopdrachten
• schrijfopdrachten

Uitleg boek: stukje lezen handleiding 'vrienden'.

Woordweb op het bord maken: welke woorden ken je die te makewn hebben met 'restaurant'

Wie is het?

Kijk op  blz 11 en 12 in je boek: de vrienden van plein 16.

Welke naam hoort bij de beschrijving?

Stukje over jezelf schrijven: blz 12

Bespreken zinnen blz 13.

Ook invullen in het boek.

Kijk naar de belangrijke zinnen op blz 13. 

Wat kun je nog meer over jezelf vertellen?

Schrijf dit op in je notebook. 

Schrijf eerst op: Thema 1: Hallo, hoe heet je? Aantal leerlingen laten vertellen: Ik ben....enz

Hoe zie je eruit?

Ik heb bruine ogen

Ik heb blauwe ogen

Ik heb een kleine neus

Ik draag een hoofddoek

Ik draag een trui

Ik draag een T-shirt

Ik ben klein

Ik ben lang

Ik heb lang haar 

Ik heb kort haar

Ik heb krullen

Ik heb steil haar 

Ik draag een bril

Eventueel leerlingen een beschrijving van zichzelf laten opschrijven. Raden wie het is.

Opdrachten

• Als je iets roods draagt, ga je bij het raam staan.
• Steek je hand op als je ouder bent dan 11.
• Ga staan als je een jongen bent met blauwe ogen.
• Steek je duim op als je een broer en een zus hebt.
• Loop naar het bord als je niet in Enschede woont.
• Ga zitten als je een meisje bent.
• Doe je ogen dicht als je kort haar hebt.

Werken in het boek

Maak blz 14 t/m 20: opdracht 1-15

Werk netjes

Vraag als je het niet weet: klasgenoot

of docent 

Wat gaan we vandaag doen?

woorden en zinnen oefenen op blz 13

uitspraak 1 & 2 blz 20 & 21

taalriedel 1 blz 21

verder werken in het boek

Even oefenen

de bel

Ik druk op de bel.

Dit is mijn zus

Dit is mijn broer.

de deur

Ik doe de deur open.

de familie

Mijn familie is groot.

het land

Ik kom uit Nederland.

Het plein

Het restaurant ligt op het plein.

de stad

het dorp

het terras

Ik drink een kop koffie op het terras.

Schrijf het woord in het Nederlands in jouw schrift. 

Schrijf het woord dan in jouw eigen taal. 

De woorden en zinnen van blz 13 in hun notebook schrijven en vertelen in hun eigen taal. Samen zinnen bedenken met de woorden.

Wat gaan we vandaag doen?

ra,ra, wie is het?

spreekles vrienden en familie

opdrachten uit het boek bespreken

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is het? Luister.

1. 
2. 
3. 
4.