Humor in strips

Welke humor?

* woordspeling
(een grapje met woorden)


* overdrijving
(iets mooier, groter, erger voorstellen dan het is)


* ironie
(het tegenstelde zeggen van wat je bedoelt)

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke humor?

* woordspeling
(een grapje met woorden)


* overdrijving
(iets mooier, groter, erger voorstellen dan het is)


* ironie
(het tegenstelde zeggen van wat je bedoelt)

Slide 1 - Diapositive

Welke humor?

* woordspeling
(een grapje met woorden)


* overdrijving
(iets mooier, groter, erger voorstellen dan het is)


* ironie
(het tegenstelde zeggen van wat je bedoelt)

Slide 2 - Diapositive

Welke Humor?

* woordspeling
(een grapje met woorden)


* overdrijving
(iets mooier, groter, erger voorstellen dan het is)


* ironie
(het tegenstelde zeggen van wat je bedoelt)

Slide 3 - Diapositive

Welke soort humor is dit?
A
Overdrijving
B
Ironie
C
Woordspeling

Slide 4 - Quiz

Welke soort humor is het?
A
Overdrijving
B
Ironie
C
Woordspeling

Slide 5 - Quiz

Welke soort humor is het?
A
Ironie
B
Overdrijving
C
Woordspeling

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive


Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive


Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive


Slide 12 - Question ouverte


Bedenk samen een humoristische zin bij dit plaatje.

Slide 13 - Question ouverte