Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
OefenSO voor par. 3 en 4!
Vooral oefenen!!!
Slide 1 - Diapositive
Bekijk de kaart. Kies de juiste stad. Welke stad is dit?
A
Manchester
B
plattegrond Rotterdam
C
het centrum van Amsterdam
D
downtown Chicago
Slide 2 - Quiz
staten met meer dan 15% Afro-Amerikanen
staten met meer dan 15% hispanics
staat met meer dan 13% Aziaten
Slide 3 - Question de remorquage
Bekijk beide diagrammen. Iemand doet twee beweringen: I Door de vergrijzing en de ontgroening onder de Anglo-Amerikanen neemt hun aandeel in de totale Amerikaanse bevolking af. II De Aziaten en de hispanics zijn de twee snelst groeiende bevolkingsgroepen.
A
Alleen bewering I is juist.
B
Alleen bewering II is juist.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onjuist.
Slide 4 - Quiz
Afro-Amerikanen in het zuidoosten en industriesteden in het noordoosten
Aziaten: California en in grote steden
hispanics: zuidwesten, Florida en in grote steden
Hier bevindt zich het grensgebied tussen de V.S. en het herkomstgebied van deze migranten. En vanwege de ‘gateway-functie’ van de steden.
Dit gebied ligt het dichtst bij het herkomstgebied van deze migranten.
Vanwege de vroegere tabaks- en katoenplantages in dit gebied. En vanwege de werkgelegenheid in de steden.
Slide 5 - Question de remorquage
pushfactor
Mark uit Australië verhuist naar Chicago.
etnische wijk
vergrijzing
etnische minderheid
Poolse wijk
Blanke Amerikanen
Indian Americans
westerse allochtoon
werkloosheid
Slide 6 - Question de remorquage
Op welk kaartje staan de migratiestromen juist aangegeven?
Slide 7 - Question de remorquage
(R) De centrale stad wordt gekenmerkt door
A
rechte brede straten met veel hoogbouw, veel mensen op straat
B
bochtige wegen met veel luxe vrijstaande huizen
C
veel flats of vervallen vrijstaande huizen en rechte wegen
Slide 8 - Quiz
(R) Suburbanisatie = verstedelijking
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quiz
(R) In de suburbs vinden we het CBD.
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
(R) Wat is urban sprawl
A
Het uitbreiden van buitenwijken
B
Het uitbreiden van een stedelijk gebied
C
Het verkleinen van een stedelijk gebied
D
Het vervuilen van een stedelijk gebied.
Slide 11 - Quiz
(R) Als je de voorsteden (de suburbs) van Chicago erbij optelt, dan heeft het bijna tien miljoen inwoners. Hoe heet zo'n grootstedelijk gebied van een stad met de daar aan vastgegroeide suburbs?
A
Grootstad
B
Stedelijk gebied
C
Downtown
D
Agglomeratie
Slide 12 - Quiz
(R) Wat zijn twee kenmerken van de bevolking van de suburbs?
A
Etnisch gesegregeerde wijken en heel rijk
B
Arm en Afro Amerikanen
C
Arm en Anglo Amerikanen
D
Rijk en anglo Amerikanen
Slide 13 - Quiz
(R) Wat is GEEN gevolg van gentrificatie?
A
De maatschappelijke segregatie neemt af
B
De ruimtelijke segregatie neemt toe
C
de huizenrpijzen stijgen
D
de oorspronkelijke bewoners moeten vaak verhuizen
Slide 14 - Quiz
(R) Waarom heeft het centrum van Chicago (zie foto) net als veel andere Amerikaanse steden veel meer hoogbouw dan de binnenstad van de meeste Nederlandse steden?(R)
A
Omdat veel Amerikaanse steden later zijn gebouwd dan veel Nederlandse steden, hebben ze geen historische stadskern met laagbouw.
B
Omdat hoogbouw in de V.S. meer gewaardeerd wordt dan in Nederland, is de laagbouw daar vaker vervangen door hoogbouw.
C
Omdat de grondprijs in de V.S. hoger ligt in het centrum van steden, kiezen projectontwikkelaars daar v oor hoogbouw om meer te verdienen.
D
Omdat de suburbs van veel Amerikaanse steden eerder zijn ontstaan, zijn die wijken dichter tegen het centrum aangebouwd waardoor in de centra minder ruimte is voor uitbreiding in de breedte.
Slide 15 - Quiz
(R) Het gemiddelde inkomen is het hoogste in
A
de gele wijken
B
de rode wijken
C
de blauwe wijken
Slide 16 - Quiz
(R) In de rode stadsdelen wonen vooral
A
blanke mensen
B
Afro-Amerikanen
C
Hispanics
D
Anglo-Amerikanen
Slide 17 - Quiz
(R) Suburbanisatie kwam in de VS op gang rond
A
1900
B
1950
C
1980
D
2000
Slide 18 - Quiz
(R) Suburbanisatie werd mogelijk door
A
de opkomst van de stoomtrein
B
de opkomst van de auto
C
de grote hoeveelheid ruimte in de VS
D
de oprichting van suburbs
Slide 19 - Quiz
(R) In Chicago is sprake van zowel maatschappelijke als ruimtelijke segregatie
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
(R) In de suburbs wonen vooral
A
Anglo-Amerikanen
B
Hispanics
C
Afro-Amerikanen
D
alle groepen wonen er in ongeveer gelijke mate
Slide 21 - Quiz
(R) Gentrificatie vindt plaats
A
in de binnenste delen van de suburbs
B
in en rondom downtown
C
in de meeste etnische wijken
Slide 22 - Quiz
(T1) In deze gebieden is sprake van gentrificatie
A
groen
B
geel
C
rood
Slide 23 - Quiz
( (T1) In deze wijk(en) is er sprake van gentrificatie
A
Brighton Park
B
West Town
C
Brighton Park & West Town
D
Near South Side & West Town
Slide 24 - Quiz
(R)Uit welke drie delen bestaat een grote Amerikaanse stad
A
Downtown, centrale stad, ring van suburbs
B
Gentrificatie wijken, etnische wijken, getto
C
Edge cities, suburbs, parken
D
Edge cities, CBD, metropool
Slide 25 - Quiz
(R)Schrijf de letter op van het rijtje woorden dat in de goede volgorde staat (van groot naar klein).
A
agglomeratie – stedelijk gebied – centrale stad
B
agglomeratie – centrale stad – stedelijk gebied
C
centrale stad – stedelijk gebied – agglomeratie
D
stedelijk gebied– agglomeratie – centrale stad
Slide 26 - Quiz
0 (T1) Figuur: Aantal inwoners in Chicago (1850-2010) Welke begrip hoort bij 1 ? Kies uit:
A
1: etnische wijk
B
1: agglomeratie
C
1: downtown
D
1. suburbs
Slide 27 - Quiz
(R)De groei van urban sprawl heeft te maken met:
A
Toename van gentrificatie
B
Toename van autobezit
C
Groei van de centrale stad (stad weer in trek)
D
De afname van de leefbaarheid in de stad
Slide 28 - Quiz
(R)Welke persoonskenmerken horen wel bij mensen die naar de centrale stad Chicago ‘re-urbaniseren’?
A
grote gezinnen
B
jonge mensen met een hoog inkomen
C
laagopgeleide mensen
D
oudere mensen
Slide 29 - Quiz
(T1) I Bij gentrificatie in Chicago worden vaak nieuwe, grote vrijstaande woningen gebouwd. II De leefbaarheid in delen van het centrum van Chicago is sterk verbeterd. Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 30 - Quiz
(R) Tussen 1820 en 1920 verhuisden veel Europeanen naar de V.S. Kies het juiste antwoord. Wat was een kenmerk van deze groep?
A
Slaven
B
Kennismigranten
C
Arbeidsmigranten
D
seizoensmigranten
Slide 31 - Quiz
(T1) Bekijk de bron. Klik op de bron om de afbeelding groter te zien. Wat is het belangrijkste verschil tussen de immigratie vóór en na 1960?
A
Er is geen belangrijk verschil
B
De groep 'overig' blijft ongeveer gelijk.
C
Vóór 1960 kwamen vooral Afro-Amerikanen naar Amerika en na 1960 vooral Europeanen.
D
Vóór 1960 kwamen vooral Europeanen naar Amerika en na 1960 vooral hispanics en Aziaten.
Slide 32 - Quiz
(T1) Bekijk de grafiek. Eén van de bevolkingsgroepen in de V.S. zijn de Afro-Amerikanen. Waar in de grafiek hoort deze groep thuis?
A
De Afro-Amerikanen staan niet in de grafiek. Ze stammen af van de slaven die vooral voor 1820 naar de V.S kwamen.
B
De Afro-Amerikanen horen bij de groep ‘Latijns-Amerika’.
C
De Afro-Amerikanen horen bij de groep ‘overige gebieden’.
D
De Afro-Amerikanen horen bij de groep ‘Azië’.
Slide 33 - Quiz
(T1) Bekijk de bron.
Door de vergrijzing en de ontgroening onder de Anglo-Amerikanen neemt hun aandeel in de totale Amerikaanse bevolking af
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
(R) Waarom wonen deze groepen migranten juist daar? sleep de reden naar de juiste groep.
Afro-Amerikanen in het zuidoosten en industriesteden in het noordoosten
Aziaten: California en in grote steden
Hispanics: zuidwesten, Florida en in grote steden
Hier bevindt zich het grensgebied tussen de V.S. en het herkomstgebied van deze migranten. En vanwege de ‘gateway-functie’ van de steden.
Dit gebied ligt het dichtst bij het herkomstgebied van deze migranten.
Vanwege de vroegere tabaks- en katoenplantages in dit gebied. En vanwege de werkgelegenheid in de steden.