Pronombres posesivos

Los pronombres posesivos
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Los pronombres posesivos

Slide 1 - Diapositive

¿Qué es un pronombre posesivo?
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

¡OJO! denk aan je Nederlandse les.
A
Geeft aan VAN wie iets/iemand is.
B
Geeft aan VOOR wie iets/iemand is.
C
Geeft aan MET wie iets/iemand is.
D
Geeft aan WAAR iets/iemand is.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

YO
ÉL/ELLA/USTED
NOSOTROS
VOSOTROS
ÉLLOS/ELLAS USTEDES
MI(S)
TU(S)
SU(S)
VUESTRO(S)/
VUESTRA(S)
NUESTRO(S)/
NUESTRA(S)
SU(S)

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord wordt verbogen als een bijvoeglijk naamwoord:
mi, tu en su hebben dezelfde vormen voor mannelijk en vrouwelijk,
mío, tuyo, suyo, nuestro en vuestro hebben aparte vormen voor mannelijk en vrouwelijk,
meervoud wordt gevormd door aan bovenstaande vormen -s toe te voegen.
su en suyo worden zowel voor de derde persoon enkelvoud als de derde persoon meervoud gebruikt.

Su coche =
zijn, haar, uw (enkelvoud én meervoud) auto,
hun (enkelvoud én meervoud) auto

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Es ... tableta (mijn)
A
mi
B
tu
C
su
D
vuestro

Slide 11 - Quiz

es ... gato (jouw)
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 12 - Quiz

es ... cuadernos (haar)
A
mis
B
tus
C
sus
D
nuestros

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je dit in het Spaans?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe noem je dit in het Spaans?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe noem je dit in het Spaans?

Slide 16 - Question ouverte