Français klas 2 hoofdstuk 3

Chapitre 3
Le collège
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapitre 3
Le collège

Slide 1 - Diapositive

Introduction
P.100
Regarder 1a
Faire ensemble: 2a
À-toi: 2b.c & 3

- Leer de woorden van A

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

A+B Écouter et Lire
1. Faire: 4a P102
5a. Dialogue P103; Faire 5a,5b
À-toi: p.5c,5d; 6a,b

2. Lire: P107 Le collège dans le monde
Faire: 9, 10a,b,c; 11


Slide 4 - Diapositive

(Online)Poster
Maak een (online) poster over een Franstalig land.
Succescriteria:

De poster geeft een duidelijk beeld van het land. Denk aan, ligging, belangrijke informatie etc.

Gebruik afbeeldingen ter ondersteuning.

Zoek tenminste 4 weetjes over het land en verwerk ze in de poster.

Slide 5 - Diapositive

Schrijf hier je gekozen land op

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

L'heure
12a P108

Slide 8 - Diapositive

Kloktijden in het Frans
il est + ... heure(s) + evt minuut, kwart voor/over, half

Slide 9 - Diapositive

Exercices
Ensemble: 12c,
12b

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Combine l'heure avec le bon horloge
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est une heure moins le quart
Il est une heure et demie

Slide 16 - Question de remorquage

Combine l'heure avec la description
01h05
01h10
01h20
01h25
01h35
01h40
01h50
01h55
Il est une heure cinq 
Il est une heure dix
Il est une heure vingt
Il est une heure vingt-cinq
Il est deux heures moins cinq
Il est deux heures moins dix
Il est deux heures moins vingt
Il est deux heures moins vingt-cinq

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Lien

Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 19 - Question de remorquage

D. Grammaire ÊTRE

Slide 20 - Diapositive

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. u heeft/jullie hebben
B. zij zijn
C.  ik  ben
D.  men  is 
E.  ik  heb
F. jullie  zijn / u bent
1.  vous  avez
2.  j' ai
3.  elles  sont
4.  je  suis
5.  on  est
6. vous  êtes

Slide 21 - Question de remorquage

Zet de persoonlijke voornaamwoorden met de juiste werkwoorden:
(sleep blauw over rood)
est
suis
êtes
es
sommes
sont
je
tu
il/ elle/ on
nous
vous
ils/ elles

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

La francofolie P.116

Slide 25 - Diapositive

Présente une chanson et un artiste
1.  Zoek een Frans nummer en beluister hem.
Voeg het nummer toe aan de Spotify afspeellijst H2 Frans. (link volgende dia).
2. Zoek informatie over  het nummer, waar gaat het over, waarom vind je het een leuk nummer, 10woorden uit de tekst met Nederlandse vertaling.

3. Geef informatie over de artiest: naam, land, stijl + 3 andere gegevens in het Nederlands.

Slide 26 - Diapositive

E. Regarder
Épisode 3
Ensemble 20a+c p118
À-toi: 20b,c ,d,21,22

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

F. Lire
Mon premier bulletin P121
ensemble 23a,b
À-toi: 24a,b
Début du cours H2:
25,26a

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Opdracht 29a+b: fiche d'identité

Slide 31 - Diapositive

Questions
1. Hoe heet je?
2. Hoe oud ben je?
3. Wat is je telefoon nummer?
4. In welke klas zit je?
5. Wat is je lievelingsvak?

Slide 32 - Diapositive

Vertaal: zoek op in je boek ,
1. Hoe heet je?
2. Hoe oud ben je?
3. Wat is je telefoon nummer?
4. In welke klas zit je?
5. Wat is je lievelingsvak?

Slide 33 - Question ouverte

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Een bezittelijk voornaamwoord gebruiken we om aan te geven van wie iets is. Het kan dus aangeven dat het jouw fiets is, maar ook dat het hun broer is. Ook personen zijn, volgens de grammatica, bezit. 
In het Nederlands kennen we de bezittelijke voornaamwoorden mijn, jouw, zijn, haar, onze, jullie, uw, hun

Slide 34 - Diapositive

Het  bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 35 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 36 - Diapositive

Welke bezittelijke voornaamwoorden zijn er in het Frans?
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Onze
Jullie/uw
Hun
Mnl
mon
ton
son
notre
votre
leur
Vrl
ma
ta
sa
notre
votre
leur
MV
mes
tes
ses
nos
vos
leurs
MNL: mannelijk enkelvoud
VRL: vrouwelijk enkelvoud
MV: meervoud
MNL: mannelijk enkelvoud
VRL: vrouwelijk enkelvoud
MV: meervoud
MNL: mannelijk enkelvoud
VRL: vrouwelijk enkelvoud
MV: meervoud

Slide 37 - Diapositive

mon frère
ma mère
ma soeur
mon père

Slide 38 - Question de remorquage

bezittelijk voornaamwoord
mijn (mannelijk enkelvoud)
A
ma
B
mes
C
ton
D
mon

Slide 39 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 40 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 41 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) appartement
A
sa
B
leur
C
son
D
leurs

Slide 42 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...
A
...werkwoord
B
...een lidwoord
C
...zelfstandig naamwoord
D
...een voorzetsel

Slide 43 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jouw'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses

Slide 44 - Quiz

timer
2:00
(Haar) ............. maison (v) est située à Delft.
(Mijn) ................... soeur s'appelle Sara.
Elle a oublié (haar) ............... cahier.
(Mijn) ..................... nouvels stylos sont là.
Hier, j'ai vu (mijn) ..................... amie (v).
Sa
Ma
son
Mes
mon

Slide 45 - Question de remorquage

Mijn
jouw
zijn/haar
mes
tes
ses
son
mon
ton
sa
ta
ma

Slide 46 - Question de remorquage

Mijn
Jouw
Zijn / Haar
Onze
Jullie / Uw
Hun
Mon
ton
Ma
Mes
Ta
Tes
Son
Sa
ses
Nos
Notre
Votre
Vos
Leurs
Leur

Slide 47 - Question de remorquage

Slide 48 - Lien

Slide 49 - Lien

Slide 50 - Lien

Slide 51 - Lien

Slide 52 - Lien

Werkboek P155 ex 17 a+b

Slide 53 - Diapositive