6.1 Omtrek

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 6

Paragraaf 6-1 Omtrek

Omtrek

Je leert in deze paragraaf:

• hoe je de omtrek van een cirkel moet berekenen;
• hoe je de omtrek van een samengesteld figuur moet berekenen.

omtrek

omtrek

Bereken de omtrek

1. 10m
2. 10m​2​​
3. 10,6m
4. 10,6m​2​​

Bereken de omtrek

1. 34m
2. 34m​2​​
3. 30m
4. 30m​2​​

De cirkel

De diameter van een cirkel is 5 cm. Hoe groot is de straal?

1. 2,5cm
2. 5cm
3. 10cm

De straal van een cirkel is 5 cm. Hoe groot is de diameter?

1. 2,5cm
2. 5cm
3. 10cm

Omtrek cirkel

omtrek cirkel = diameter x 3,14

De diameter van een cirkel is 4 cm. Hoe bereken je de omtrek?

1. 2 x 3,14
2. 4 x 3,14
3. 8 x 3,14

De straal van een cirkel is 4 cm.
Hoe bereken je de omtrek?

1. 2 x 3,14
2. 4 x 3,14
3. 8 x 3,14

Uit welke figuren
bestaat dit figuur?

1. driehoek, rechthoek, rondje
2. driehoek, vierkant, cirkel
3. driehoek, vierkant, rondje

Hoe groot is de
diameter
van de cirkel?

1. 8 mm
2. 4 mm
3. 10 mm
4. 6 mm

De diameter is 8 mm.
Wat is de omtrek
van het ronde deel
van dit figuur?

1. 4 x 3,14
2. 8 x 3,14
3. 4 x 3,14 : 2
4. 8 x 3,14 : 2

De omtrek van de halve
cirkel is 12,6 mm.
Wat is de omtrek van het
hele figuur?

1. 36,6 mm
2. 38,6 mm
3. 44,6 mm
4. 52,6 mm

Opgaven maken

6-1: 3, 5, 6, 7